Havana: Loving It - en net op tijd! - Reisverslag uit Havana, Cuba van Karin Reijnen - WaarBenJij.nu Havana: Loving It - en net op tijd! - Reisverslag uit Havana, Cuba van Karin Reijnen - WaarBenJij.nu

Havana: Loving It - en net op tijd!

Blijf op de hoogte en volg Karin

21 December 2014 | Cuba, Havana


De autorit naar Sancti Spiritus verloopt voorspoediger dan verwacht. En zo zijn we binnen twee uur op onze plaats van bestemming. Ons hotel blijkt zoals verwacht mooi te zijn en heel centraal te liggen in Sancti Spiritus, dat bekend staat als het kleinere en minder toeristische broertje van Trinidad. Eigenlijk bestaat de kern van het stadje maar uit een paar straatjes en twee pleinen - waarvan ons hotel aan eentje ligt. Vanaf ons balkon kun je het plein overzien en kunnen we ook nog de zonsopkomst en zonsondergang zien. Nice. Helaas betekent het ’s avonds en ’s nachts ook dat we mee kunnen zingen met de salsa die op de hoek gedraaid wordt, maar dat heeft ook wel wat - ook al houd ik niet van de muziek die ze draaien.

Nadat we onze spullen gedropt hebben, lopen we een stukje naar een (volgens de Lonely Planet) leuk terrasje aan de rivier. Het terrasje is gesloten maar twee quadras verderop zit wel een leuk ieniemienie balkonnetje met drie krukjes aan het water. Helaas gaat de zon bijna onder (en daalt daarmee de temperatuur weer tien graden), maar voordat dat gebeurt hebben we in ieder geval een wijntje en een plankje met olijven, serrano ham en kaas voor onze snufferd staan. Terug in ons hotel nemen we een lauwwarme douche - veel te koud voor die ellendig kille avonden hier. Gewikkeld in een deken en met dikke sokken, een legging en een trui gaan we even later eten in ons eigen hotel. Relaxt dat we de deur niet meer uit hoeven.


De volgende morgen word ik wakker van de zonsopgang. Altijd een mooi moment, dat de nacht overgaat in de dag en de lucht roze kleurt. Wat ga ik dat missen als we weer in het grijze Nederland zijn. Na het ontbijt ga ik nog een rondje lopen om wat te fotograferen, terwijl Zev met Kris op bed een spelletje speelt. Fijn even een kwartiertje tijd voor mezelf, zonder opgejut te worden om door te lopen. Fotograferen en doorlopen gaat niet goed samen - een van de grote irritaties van Kris wanneer hij met mij in een stad loopt in het buitenland. Nadat ik terug ben pak ik de tassen in en stappen we even later de auto in - die zoals elke keer ‘bewaakt’ wordt door een of ander louche gastje. Je kunt echter beter die CUC 1 of 2 betalen dan dat je band lek geprikt wordt en diezelfde ‘bewaker’ diezelfde CUC van de garage krijgt als bedankje. Een parkeerbewaker is zo ongeveer de best verdienende Cubaan in dit land. Ongelooflijk maar waar.

Al snel zitten we op de snelweg naar Trinidad, de grote broer van Sancti Spiritus - een rit van iets meer dan een uur. De snelwegen zijn hier elke keer een belevenis op zichzelf. En doen ons denken aan ons theorie examen voor ons rijbewijs. Alles wat in Nederland niet mag en niet kan, mag en kan hier wel. Een kleine test:

Uw voertuig is breder dan de weghelft waar u op rijdt. Mag dat?
Uw auto heeft geen roetfilter en stoot zwarte rook uit. Mag dat?
U bent een tractor of paard met wagen en kunt maximaal twintig kilometer per uur. Mag u op de snelweg rijden?
U wilt als voetganger de snelweg oversteken. Mag dat?
U wilt keren op de snelweg. Mag dat?
U wilt een lifter oppakken of even stilstaan om te plassen op de snelweg. Mag dat?
Uw banden hebben geen reliëf, zijn in 2000 voor het laatst gecontroleerd en hebben een slag in het wiel. Mag u hiermee de auto instappen?
Er zitten gaten in de rechterrijbaan, daardoor rijdt u continu links op de snelweg als vrachtwagen zijnde. Mag dat?

Voor alle bovenstaande vragen geldt dat het antwoord ‘ja’ is hier in Cuba en ‘nee’ in Nederland. Grappig hoe Cuba op dit vlak weer gewoon een derdewereldland is, ondanks de redelijk goede (en lege) snelweg.

Vandaag is dat Trinidad. Onderweg daar naartoe komen we langs de Valle de Ingenios, de vallei waar in de tijd van de Spanjaarden de meeste suiker werd verbouwd - waarvoor duizenden slaven werden aangetrokken uit Cuba en Afrika. Die vallei staat nu nog altijd vol met overblijfselen uit die tijd. Zoals machines en fabrieken, maar ook plekken waar de slaven werden gehouden. Helaas is het interessantste deel van de vallei (zo ondervinden we na veel heen en weer rijden met de auto) alleen met de trein bereikbaar - die ongeveer een keer per dag vertrekt en tergend langzaam gaat. Jammer maar net teveel moeite voor een nice to see in plaats van must see. Wel beklimmen we een toren die ooit gebruikt werd door slavendrijvers om hun slaven in de gaten te houden. Een mooi uitzicht, maar de toren zelf is het interessantst. Het ziet eruit alsof het nooit meer gerestaureerd is na gebruik in die tijd - net als de rest van Cuba. Kris heeft ondertussen ook nog hoogtevrees, geen goede combinatie met het slechte onderhoud van de toren. Bij een pointe de mirador drinkt Kris nog een rum (die moet zo ongeveer alcoholist zijn tegen de tijd dat we in Nederland terug zijn) en Zev een ijsje.

Na de vallei rijden we door naar Trinidad. De casa particular die ik heb geboekt ziet er zo op het eerste gezicht echter niet heel inspirerend uit. Aangezien Kris eigenlijk überhaupt niet bij mensen thuis wil slapen en gewoon een hotel wil, zoeken we vervolgens een aantal andere dingen die in de Lonely Planet staan - wat vaak geen garantie op een mooi hotel betekent, zo is mijn ervaring. Sommige dingen zitten er niet meer, anderen zitten vol en eentje valt simpelweg niet te bereiken. En dus rijden we na een uur frustratie en rondjes rijden toch maar terug naar Casa Miriam, onze initieel geboekte casa particular. Wat bij nader inzien prima blijkt te zijn. Het blijft Cubaans - en dus simpel, een tikkie kitch en totaal niet mooi of sylish, maar we hebben genoeg ruimte en privacy en het heeft een ruime rooftop waar we ook ons ding kunnen doen. Al met al is het groter dan de gemiddelde kamer die we hebben gehad so far. Gelukkig maar, want we zijn allebei helemaal klaar met rijden en willen gewoon de stad in.

Trinidad blijkt leuk, maar vooral anders te zijn dan verwacht. Niet heel spectaculair, wel knus en met een leuk Plaza Mayor - waar gespeeld wordt door kinderen, tientallen mensen lekker in de chill zitten op een brede stenen trap die naar boven gaat, waar een paar terrasjes zitten en Cubaanse muziek klinkt. Het is er zo relaxt dat ik op mijn city map op zoek ga naar het échte Plaza Mayor, dat voor mijn gevoel veel groter en drukker moet zijn dan dit. Niet dus. Mooi. We reserveren een tafeltje op een balkonnetje dat uitkijkt op het plein, drinken wat op een terrasje. Ik standaard een watertje dat ik deel met Zev, Kris standaard een Cuba libre of Mojito. Ik ben inmiddels na drie maanden wel redelijk moe van mijn water met citroen; het voelt bijna alsof ik weer zwanger ben. Jammer dat ik niet van cocktails of rum houd in dit land.

We checken voor het eten nog een ander restaurant, maar daar moeten we nog 1,5 uur wachten voordat we kunnen eten - en dus gaan we toch maar voor het balkonnetje op het plein. Dat blijkt een goede keuze: een beetje binnen (en dus warm genoeg) en toch op een balkon (en dus een beetje buiten en geen TL licht of spaarlampen). OK, de kip is niet over naar huis te schrijven en 1,5 keer zo duur als normaal, maar dan zitten we ook wel heel relaxt en krijgen we ook nog brochettes met tomaat als aperitief. Heerlijk. Na het eten lopen we terug naar onze casa, douchen en gaan slapen (Zev) en wat in bed kijken (Kris en ik). Al nel liggen we alledrie te tukken.
15 t/m 21 december
De volgende morgen zijn we pas om 7.30 uur up & running - een uur later dan de rest van de dagen. We komen eindelijk in een soort Cubaans slaapritme. We ontbijten uitgebreid bij onze casa op het dakterras; heel fijn. Wanneer we daarna wegrijden voelt het bijna alsof we vrienden gemaakt hebben. Toch best leuk zo’n casa particular, achteraf gezien - mits je maar voldoende ruimte en vooral privacy hebt.

Omdat we gisteren eigenlijk niet verder gekomen zijn dan het Plaza Mayor, wil ik nog graag even een beetje rondwandelen door Trinidad. Niet Kris’ favoriete hobby - vooral omdat Zev vrijwel standaard op zijn nek wil (en hij dus met twintig kilo op zijn rug loopt) en omdat ik foto’s onderweg maak en hij dus regelmatig even moet wachten. Van mij mag hij dan ook in de tussentijd een terrasje pakken. Hij besluit echter mee te gaan en dus doen we een rondje stad. Waarbij we het eerste uur vooral bezig zijn met het bij elkaar zoeken van souvenirs voor thuis (voor de buren, Kris’ vader en moeder en mijn zus) én het kopen van een schilderij - dat ons allebei gisteren al opviel en we nu ook echt laten inpakken. Daarna doen we een koffie op een terrasje op het plaza en lopen dan een rondje dat in de Lonely Planet als stadswandeling staat. Uiteindelijk misschien niet zo interessant als verwacht, maar wat mij betreft altijd wel even leuk.

Na de wandeling lopen we naar hetzelfde restaurantje als waar we de boven ervoor probeerden te gaan eten. Ook dit keer zijn we te vroeg: de lunch begint pas over een dik uur. Dan maar alleen een drankje en een ijsje - waarna we teruglopen naar de auto en naar Cienfuegos rijden, een dik uur rijden. Eenmaal in de stad, rijden we eerst naar Punta da Gorda, de wijk die aan zee ligt. Cienfuegos is een tijdje bezet geweest door de Fransen (in plaats van de Spanjaarden, zoals de rest van Cuba) en dat zie je gelijk terug in de gebouwen, het grid van de stad en de promenade die daar doorheen loopt. Op weg naar een restaurantje dat ik in de Lonely Planet gespot heb zien we vele Franse kasteeltjes voorbij komen. Wow. Helaas zijn sommigen niet goed onderhouden -het nationale probleem van Cuba- maar anderen zijn nog altijd juweeltjes. Al het mooie in dit land is gebouwd door anderen, of het nou de Spanjaarden, de Fransen, de Amerikanen of de Russen zijn. Het restaurantje blijkt voor de lunch CUC 17 euro per persoon te vragen (met wisselkoersverschil meegenomen circa EUR 15) - ongelooflijk duur. De prijzen voor eten liggen echter overal hoger dan in de rest van het land (waar het eten ook al niet dirt cheap is). Dit is blijkbaar toch de rijke stad van Cuba, waar je in de winkelstraat hipsters en gastjes met laaghangende broeken rond paraderen en zelfs een Adidas winkel hebt zitten - die normale westerse prijzen voor zijn schoenen rekent; geen nepperds dus.

We vinden gelukkig gelijk ons hotel, dat midden in het centrum staat en als mintgroen gebouw bijna niet te missen is. Wat is het toch met Cubanen en pastelkleurige gebouwen? Dit kan niet zijn waar het prachtige Spaanse gebouw voor bedoeld is. Maar het is zo en onze kamer is eenzelfde combinatie van prachtig klassiek en slechte kitch. We eten uiteindelijk wat bij het mooie Venetiaanse zwembad, dat ondanks haar schoonheid toch ook weer iets kitscherigs heeft zoals vrijwel alles hier in Cuba. En wéér diezelfde witte plastic zonnebedjes met blauwe zitting. Alsof Cuba er een patent op heeft. Of er honderdduizend in een keer heeft ingeslagen en er daarna nooit meer iets anders verkrijgbaar was.

Na een heel kleine duik in het zwembad (dat wil zeggen: ik word erin geduwd door Zev en ga er daarna gelijk uit) en het bubbelbad (waar Zev het iets langer uithoudt met Kris), gaan Kris en Zev naar bed toe voor een kleine siesta. Ik heb daardoor tijd om even de stad in te gaan om wat te fotograferen. Twee keer op één dag me-time, het moet niet gekker worden. Helaas ben ik eigenlijk vrij snel uitgekeken. Uitgezonderd het plein waar ons hotel aan grenst is er hier in Cienfuegos niet bijster veel te zien. Ik loop het plein en de winkelstraat twee keer op en neer en ben dan wel klaar. Tegen de tijd dat ik thuis kom, ligt Zev pas net te slapen. Dat wil zeggen: hij was nog wakker op het moment dat ik op de deur klopte, maar deed toen net alsof hij in slaap was. Tegen de tijd dat zijn grapje afgelopen moest zijn, was hij daadwerkelijk in slaap gevallen. Te schattig. Hij ligt tien seconden na binnenkomst dan ook echt te slapen - te grappig. Kris en ik wisselen elkaar af en dus gaat Kris even de stad in. Tegen de tijd dat hij terug is, ligt Zev nog in diepe slaap. Het is inmiddels bijna etenstijd en aangezien Zev niet meer wakker gaat worden voor die tijd (en het restaurant toch al niet gezellig is en we zelf op onze kamer een Frans balkonnetje hebben met een tafel, twee stoelen én sfeerverlichting) laten we eten op onze kamer bezorgen. Om precies te zijn vier hamburgers, aangezien we die vanmiddag getest en goed bevonden hebben. Eentje voor Zev voor wanneer hij vannacht wakker wordt, drie voor onszelf. Jammie. Room service rocks in dit land van ongezellige restaurants en een Zev die elke keer einde middag in slaap valt. Tijdens het eten worden we (net als de dagen ervoor) bestookt door locals met de vraag of we zeep of kleding kunnen missen. Blijkbaar is er een groot tekort aan zeep want zelfs de hipsters in de straat spreken ons erop aan. We gooien tot twee keer toe spullen naar beneden, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Men lijkt het hier in ieder geval gewend te zijn om om dingen te vragen.

Halverwege de avond wordt Zev heel even wakker om te eten. Daarna valt hij gelukkig snel weer in slaap, zodat we echt een avond voor onszelf hebben. Helaas val ik zelf weer veel te snel in slaap, zoals zo vaak lately. Balen, maar ik kan er weinig aan doen. Mijn ritme is helaas zo geprogrammeerd hier. Daardoor worden we ook weer heel vroeg wakker, zelfs voordat Zev weer alive & kicking is. Altijd een mooi moment van rust - dat helaas nooit lang duurt. Zev heeft zo ongeveer nog nooit langer geslapen dan 7.30 uur, hoe laat hij ook naar bed gaat. Wanneer ik om 6 uur wakker word, gluurt het licht net door de duisternis heen. Tijd om op het dak wat foto’s van de zonsopkomst te nemen. Dat laatste duurt echter toch nog een heel uur - half bevroren sta ik na een kwartier weer binnen. Nog even wachten met die foto’s.

Tegen de tijd dat de zon wél op is en ik weer naar de kamer terug kom, is Zev ook wakker en gaan we douchen en ontbijten. Cienfuegos hebben we allebei wel een beetje gezien en dus betalen we de ‘bewaker’ van onze auto, drukken nog snel wat geld in de handen van een aantal bedelende locals (de een ziet er nog zieliger uit dan de andere) en rijden weg. Heerlijk om onze eigen auto te hebben en zo vrij als een vogel te zijn in waar we willen gaan. Vandaag is dat Las Terrazas, waar onder andere alle koffie van Cuba verbouwd wordt. Een mooi gebied in de natuur - iets rustiger dan de steden die we de afgelopen dagen bezocht hebben. Na circa drie uur rijden komen we er aan; ons hotel blijkt prachtig verscholen in de natuur te zitten en een van de mooiere plekken te zijn waar we tot nu toe hebben geslapen in de afgelopen drie maanden.

Enige ‘maar’ is dat het weer niet je van het is. Het is bijna koud, terwijl het midden op de dag is. Dat zwembad waar ik alle hotels op uit gezocht heb had ik net zo goed kunnen negeren met zoeken. Cuba in de winter is gewoon niet warm genoeg om iets met water te doen. Sterker nog: hier in La Terrazas is het nog niet eens warm genoeg om een rokje of jurkje aan te trekken. Na een schrale lunch van gare sandwiches met kip, pakken we de auto en rijden naar een finca in de buurt waar koffie geproduceerd wordt. Die finca blijkt onbereikbaar met de auto, maar onderweg er naartoe zien we wel koffieplukkende militairen, die plukken. sorteren en wegen. Leuk om te zien. In the end vinden we nog een plek met mooi uitzicht en een klein terrasje. Maar tegen die tijd is de zon al bijna weg en hebben we meer zin om thuis op onze fijne kamer te cocoonen dan om daar te zitten.

Eenmaal in onze kamer terug, kopen we een internetkaart (waarmee we voor 30 minuten toegang hebben tot de vrije wereld). Met een min of meer opgelucht gevoel begin ik dan ook de dag. Echt goed zal ik me pas weer voelen als de tas echt weg is uit de auto. Na het ontbijt rekenen we af en stappen we de auto in, op weg naar Vinales - het mooie platteland van Cuba. Onderweg pakken we een lifter mee die we in eerste instantie alleen de weg vragen, Javier. We spreken af dat we hem twee dagen later weer zullen meenemen naar zijn werk in Rio .. Hij biedt ons in return aan om die vrijdagmorgen een rondleiding te geven op de tabaksplantage waar hij werkt.

Bij aankomst in ons hotel -een kitch lichtroze bouwsel op een heuvel, met een prachtig uitzicht over de vallei van Vinales- zien we op CNN Obama en Fidel een overeenkomst aangaan tussen de VS en Cuba: beide landen gaan na meer dan zestig jaar radiostilte en sancties intensiever samenwerken en het handelsverbod tussen beide landen wordt hoogstwaarschijnlijk opgeschort - een prestatie van Obama maar ook van de Paus en van Raoul, die in vijf jaar tijd meer verandering heeft bewerkstelligt dan zijn broer Fidel. Wat bizar dat dit nieuws na zoveel tijd nou net komt wanneer wij er zijn. Gruwelijk. We zijn dus net op tijd naar Cuba gegaan; over tien jaar is dit land waarschijnlijk totaal veranderd - wat fantastisch is voor het land en de mensen die er wonen, maar voor toeristen wel een totaal ander beeld van dit nu nog bizarre land zal geven.

De rest van de middag chillen we bij het hotel. We ontdekken animator Jannie, die zo leuk is met Zev dat hij er voor zijn gevoel eeen vriendin bij heeft. Waardoor Kris en ik opeens een oppas hebben en dus allebei me-time hebben - iets wat we al drie maanden niet gehad hebben zo ongeveer. Het voelt nog een beetje onwennig het eerste half uur, maar daarna ga ik lekker zitten lezen op mijn bedje bij het zwembad ('Fifty shades of Grey’ - gewoon omdat ik toch wel benieuwd ben what all the fuss is about), terwijl Kris op de hotelkamer CNN kijkt en Zev samen met Jannie voetbalt, danst, leest en spelletjes speelt. Wow.

Einde middag rijden we door de vallei heen met mij aan het stuur - Kris heeft teveel Cuba Libres op om nog te kunnen rijden. Komt die tweede rijder toch nog van pas. Super mooi. Ik zoek een restaurantje maar weet dat pas na een half uur heen en weer rijden te vinden - en blijkt dan helemaal niet zo bijzonder te zijn. Zoals zo vaak het geval is, blijken goede dingen veel dichterbij te zijn dan verwacht. Zo zitten er een aantal heel leuke restaurantjes vrijwel naast het hotel. Gelukkig maar, want het hotelrestaurant gaat pas om 19 uur open en heeft net als zoveel tenten witte spaarlampen en is dus verre van gezellig. Het restaurantje naast de deur is dat gelukkig wel; helemaal als de elektriciteit heel even uitgaat en er alleen kaarslicht overblijft. Helaas is dat maar voor even. Het eten is niet heel anders dan op andere plekken, maar is toch net iets lekkerder. Of passen wij onze standaard eindelijk naar beneden aan en zijn we verbaasd als het dan iets meer dan dat is? In ieder geval is het een leuke avond en gaan we met een goed gevoel daarna naar bed toe.

De volgende morgen staan we bijtijds op, ontbijten in de (vr)eetzaal en hebben daarna afgesproken om te gaan paardrijden. Dat kan hier heel goed in de vallei en Zev kan op het paard van de gids erbij. Helaas gaan we niet harder dan stapvoets (wat toch voelt als een Porsche uitproberen en maar 100 kilometer per uur gaan), maar leuk is het wel. En heerlijk om op een paard te zitten, zoals altijd. De laatste keer is misschien zelfs al in Argentinië, en de keer daarvoor in Centraal Amerika. Time flies. Onderweg kopen we bij een tabaksplantage biologische sigaren - achteraf gezien niet de beste kwaliteit maar we betalen er dan ook niet EUR 8 per stuk voor, zoals voor de Coiba sigaren het geval is.

Terug in ons hotel, staat Jannie Zev alweer op te wachten - en valt hij haar in de armen van blijdschap. Wat een luxe, zo’n oppas aan huis. Eenmaal op onze kamer, word ik toch een beetje zenuwachtig dat Peter nog steeds niet heeft laten weten dat de tas veilig uit de auto is verplaatst naar zijn huis, zoals we hebben afgesproken. Ik houd me dertig keer in en bel dan alsnog met hem om te kijken hoe het staat. Gelukkig blijkt de tas inderdaad veilig naar Peter gebracht te zijn - blijkbaar zo’n vanzelfsprekendheid dat hij vergeten was het te melden. Zul je altijd zien.

We rijden de volgende morgen na het ontbijt precies op tijd weg uit Vinales om (zoals beloofd) ons grote vriend Javier op te pikken voor een lift naar Pinar del Rio. Als bedankje voor de lift heen en weer laat hij ons vandaag de tabaksplantage zien waar hij (naar eigen zeggen) de controle expert is. Grappig genoeg blijkt Javier de eerste persoon te zijn die we spreken die nog altijd een fervent aanhanger is van Fidel Castro. Zijn broer Raoul vindt hij niets; ook al is hij wel blij met het nieuws dat Cuba en de VS intensiever samen gaan werken en het handelsverbod tussen beide landen hoogstwaarschijnlijk opgeschort wordt - een prestatie van Raoul, die in vijf jaar tijd meer verandering heeft bewerkstelligt dan zijn broer Fidel. Als we vragen wat hij zo goed vindt aan Fidel, dan komt daar weinig uit. Hetzelfde geldt als we vragen waarom Raoul een minder goede president is in zijn ogen. Als we vragen of hij geen democratie in zijn land wil of iets anders wil veranderen, zoals bijvoorbeeld de financiële middelen om te reizen buiten Cuba antwoordt hij met ‘nee’. Terwijl het zo op het eerste gezicht toch gewoon een jonge, vlotte en niet domme vent is. En Fidel ervoor gezorgd heeft dat heel Cuba vijftig jaar achterloopt in de tijd, overal achterstallig onderhoud is en de mensen zo arm zijn dat ze alleen in hun basisbehoeften kunnen voorzien. Grappig, die mensen heb je hier dus toch ook nog steeds. Moeilijk voor ons om te bevatten.

De meeste mensen die we ontmoeten zijn overigens redelijk anti-Fidel. Maar dat geldt dan meestal voor Fidel én Raoul, niet een van beiden. Volgens iemand die we erover spreken is circa 90% van de Cubanen vóór totale hervorming van het land, 10% is tegen. Javier zit blijkbaar in die laatste categorie. De meeste Cubanen hebben de denkwijze van een westerling, maar leven door het politieke regime als een soort gevangene in hun eigen derde wereld land, waar alles kapot is, overal achterstallig onderhoud ligt, geen geld is voor luxe producten die het leven in de moderne maatschappij fijn maken of om te doen wat alle toeristen in hun land wél komen doen, namelijk reizen. Het voelt na twee weken reizen in dit land nog altijd ondenkbaar en zo onlogisch - met name omdat de mensen eruit zien zoals wij en dit land niet voelt als een echt derdewereldland. Totdat je moderne, jonge gastjes ziet lopen in een Albert Heijn trui of een Maggi T-shirt, die ze blijkbaar van een toerist hebben gekregen - iets wat hier veel gebeurt. Blijkbaar is voor zelfs basic essentials zoals kleren en toiletartikelen geen geld, want overal op straat vragen locals om zeep of afgedankte T-shirts of truien.

Maar goed, Javier ziet de dingen dus anders, is heel blij met het leven dat hij hier leidt en heeft Fidel als zijn held gebombardeerd. Einde discussie. Daarmee begint de volgende, waarin hij erg in thuis is: sigaren. Als ik vertel dat we gisteren paard gereden hebben en sigaren gekocht hebben bij een biologische sigarendrogerij, slaat de sfeer opeens om. Blijkbaar was dat niet helemaal de bedoeling, want hij reageert bijna boos. Hoe ik zo dom had kunnen zijn om dat te doen, aangezien de tabak van Pinar del Rio superieur is aan die in Vinales - en we dus (voor zijn gevoel) inferieure sigaren hebben gekocht. Had ik dan eergisteren niet goed naar hem geluisterd?

Onze Javier is inmiddels wat ons betreft net iets te fanatiek in alles wat hij vindt en vertelt - wat wel vaker het geval is wanneer men iets aan je kan verdienen en men gedreven is in zijn/haar vak. Zijn visie en reactie is voor hem dan ook heel logisch, als expert en sigarenliefhebber. Dat voor ons een sigaar niet dezelfde waarde heeft als voor hem, dat onze sigaar misschien iets minder goed is dan een gemiddelde Cohuiba maar voor ons toch nog goed genoeg én dat we het verschil toch niet echt proeven, gaat er bij hem niet in. Noch het feit dat wij simpelweg geen EUR 7 voor één sigaar over hebben. Een sigaar is voor ons simpelweg niet hetzelfde als een goede fles wijn, waar we wél geld voor over hebben. Sterker nog: eigenlijk vind ik het niet eens echt lekker, zo’n sigaar. Maar dat terzijde.

Overigens worden sigaren niet goedkoper naarmate je er meer van koopt. De prijs is vast onafhankelijk van de hoeveelheid die je koopt. Van de douane mag je er vijftig importeren, maar wanneer dat merksigaren zijn heb je een aankoopvignet nodig. Alleen tabaksfabrieken en -plantages mogen namelijk merksigaren verkopen, al het andere is nep. En dat zijn er een boel. Overal op straat worden Cohuiba’s en Monte Christo’s aangeboden, maar dat zijn dus allemaal nepperds. Gelukkig hebben wij merkloze sigaren gekocht - en kunnen we dus geen problemen aan de grens krijgen. De rest van de autorit moeten we horen dat we die sigaren nooit hadden moeten kopen - uiteraard omdat dit zijn eigen kans op verkoop aanzienlijk verkleint. Jammer dat mensen opeens minder leuk zijn als het op verkopen aankomt. Eigenlijk hebben we na vijf minuten met hem in de auto al spijt dat we hem hebben meegenomen.

Maar goed, hij is er wel en neemt ons zoals beloofd mee naar ‘zijn’ plantage. Die blijkt veel verder te liggen dan verwacht. Wanneer ik dat opbreng, blijkt er nog een kleinere plantage op onze route naar Havana te liggen - waar we naartoe onderweg zijn. Lekker bijdehand: blijkbaar kwam die andere plantage hem beter uit, want dan zou hij weer een lift naar zijn eigen office gehad hebben in Pinar del Rio. Uiteindelijk pleegt hij wat telefoontjes en rijden we naar de plantage die op de route ligt. Tegen de tijd dat we daar aankomen, voelt het al een beetje tricky. Maar we laten onze scepsis achter ons en luisteren aandachtig naar wat hij vertelt over de planten en het proces van sigaren maken en testen. Want dat is wel interessant. Komt ‘ie.

Alles binnen de tabakswereld begint met goede grond en een zakje zaadjes. De grond moet precies de goede samenstelling hebben (en net als bij wijn telt dat allemaal heel nauw), vandaar dat maar zo weinig gebieden het juiste klimaat bieden om een goede tabaksplant te worden. Elk zaadje is uiteindelijk goed voor een grote plant. Voor de buitenkant en binnenkant van de sigaar wordt een andere tabaksplant gebruikt. Die van de buitenzijde moet immers sterk zijn, die aan de binnenkant optimale smaak hebben en zo goed mogelijk oproken. Die zaadjes groeien als kool: de plant die wordt gebruikt voor de buitenzijde van de sigaar wordt 1,5 meter hoog, die voor de binnenkant 1 meter. In de eerste maand gaan de planten gewoon hun gang, zonder inmenging van buitenaf; daarna worden ze bemest en besproeit met water. Na drie maanden zijn de planten volgroeit en worden ze geplukt en te drogen gehangen. Dat plukken gaat blaadje voor blaadje. Eerst de bladeren die aan de onderkant van de plant groeien - deze zijn van de minste kwaliteit. Na een week wachten plukt men de bladeren daarboven. Na weer drie dagen wachten worden de bladeren daarboven geplukt. Hetzelfde geldt voor de planten die in de lagen daarboven groeien. De bladeren in de hoogste laag zijn standaard van de hoogste kwaliteit. Best een arbeidsintensief proces dus.

Eenmaal in het drooghuis, blijven de meeste bladeren dertig dagen drogen; de bladeren met de hoogste kwaliteit zelfs negentig dagen. Na het drogen begint het fermentatieproces. De bladeren worden gemengd met een mengsel van water en honing. Daarna worden de bladeren weer te drogen gelegd en uiteindelijk in houten vaten bewaard. Soms wel tot drie jaar, voordat de bladeren goed genoeg zijn om te gebruiken in de tabak. De beste planten worden gebruikt voor de sigaren, alle anderen voor sigaretten. Bij die laatste wordt ook de nerf versneden in de tabak - waar de nicotine in zit. Bij sigaren wordt die nerf verwijderd, vandaar dat daar geen nicotine in zit. En omdat je het niet over je longen rookt schijn je ook geen teer te inhaleren. De bladeren ruiken grappig genoeg echt naar honing wanneer ze tot een sigaar worden gedraaid. Daarom proeft een sigaar ook vrij zoet wanneer je ‘em rookt. Zo’n sigaar rollen is voor een beetje geoefende hand bijna hetzelfde als een shagje rollen in Nederland. Je pakt één blad voor de buitenkant, die voelt als een soort leren lap. Voor de binnenkant neem je circa vijf bladeren van de andere soort, waarbij de nerf dus verwijderd wordt. Je rolt het geheel op en binnen no time ligt er een sigaar in je hand.

Net als bij wijn zijn er een paar trucjes om erachter te komen of je een superieure of inferieure sigaar rookt. Zo moet een Cohuiba vacuüm trekken als je eraan zuigt en hij moet ritselen wanneer je hem in je handen heen en weer rolt. Daarnaast komt er bij een superieure sigaar een lange dot as op de sigaar te liggen; die valt er niet af - zoals bij minder goede sigaren het geval is. En dan moet je bij de merksigaren ook nog checken of het merkbandje op de sigaar echt is of nep. De nepperds hebben geen reliëf daarin, de echte wel. Dat de sigaren van onze Javier niet in een officiële Cohuiba-doos zitten -en dus zomaar ook nep kunnen zijn (want gemaakt met een gestolen merklintje uit de sigarenfabriek)- vertelt hij er uiteraard niet bij.

Wanneer we na een half uurtje vertrekken zonder iets te kopen, is hij (zoals verwacht) not amused. Terwijl dit zelfs expliciet de afspraak was: deze rondleiding is bedoeld als bedankje voor de twee liften die hij van ons had gekregen; no strings attached. Hij probeert ons zelfs nog geld af te troggelen voor de rondleiding, terwijl hij al vijf keer had aangegeven dat dat nou juist zijn gift aan ons was. Wanneer ik hem dat vertel, druipt hij met zijn staart tussen zijn benen af. Gelukkig maar want anders hadden we over zijn staart heen moeten rijden. Gaan doen we namelijk toch. Zonder zijn (wellicht ook valse?) Cohuiba sigaren.

Eenmaal weer de snelweg en tussenliggende berm overgestoken in de juiste rijrichting (het blijft mooi, dat rijden in Cuba), zijn we intens blij dat we weer met zijn drieën in de auto zitten in plaats van met zijn vieren. Even geen hard volume, heftige discussies en Spaans gepraat meer. Binnen een uur zijn we in Havana. Helaas met een volle tank benzine (ter waarde van CUC 60), terwijl we de tank leeg moeten opleveren. Stom. Voordat we onze auto inleveren, zoeken we eerst ons hotel op. Dat in de wijk Vibora ligt - een paar kilometer uit het centrum en bijna onvindbaar vanaf de snelweg. Net wanneer we het al hebben opgegeven en besloten hebben om een hotel in het centrum te gaan vinden, staan we voor de deur. Gelukkig is het er wel heel mooi; daarnaast is er sinds mijn telefoontje van een paar dagen terug inderdaad een kamer vrijgekomen - en dus besluiten we dan toch maar te blijven. Onze kamer is nog niet klaar - en dus verkleden we ons en pakken een dagtas in, zodat we de stad in kunnen voor de rest van de dag.

Op naar de car rental om de auto in te leveren! Helaas zit de stad Havana niet totaal logisch in elkaar qua straten en bevindt de car rental zich in een verafgelegen stadsdeel. Ook al heeft de receptioniste ons de weg gewezen op de kaart, op een gegeven moment zijn we lost in alle avenidas en cailles. Die blijkbaar toch ergens aangegeven staan, maar dan op een steen op de hoek van de straat of op een vuilniscontainer die daar staat. Mensen zijn (ook hier) creatief geworden, bij gebrek aan formele straatnaambordjes verstrekt door de overheid. Na een uur rijden en tien keer vragen zijn we eindelijk op de bestemming die op ons contract staat. Helaas blijkt dit echter geen inleverpunt te zijn; alleen het management van Via Rental is hier gevestigd. GVD - met hoofdletters. Op naar het juiste inleverpunt, het Panorama Hotel een paar kilometer terug richting de stad. Dat gaat gelukkig redelijk voorspoedig en een kwartier later staan we bij een car rental bij het Panorama Hotel. Echter wederom niet de juiste - en dus worden we weer verder gestuurd. Bij de derde plek -de andere zijde van het hotel- is het eindelijk raak.

Op het moment dat we de auto inparkeren worden we echter aangehouden door een stel agenten met sirene. We zijn blijkbaar zonder het te weten (en zonder dat het duidelijk staat aangegeven) naar links gegaan waar dat niet mocht. Of we even onze paspoorten kunnen laten zien, zodat ze een boete kunnen uitschrijven. Net wat we nodig hadden. Onze paspoorten liggen in het hotel. We zien onze middag Havana al helemaal vervliegen, wanneer de politiemannen zich bedenken en onze excuses accepteren. Ze hebben waarschijnlijk geen zin in de heisa van paspoorten halen en daarna een kleine boete incasseren. Diepe opluchting vanuit onze kant.

Volgende uitdaging is het inleveren van de auto. Blijkbaar is er een andere auto tegen onze auto aangereden bij het parkeren, waardoor de bumper beschadigd is. Daar doet de inlever-meneer behoorlijk lastig over. Nou kopen we overal altijd ons eigen risico af, behalve (uiteraard) hier in Cuba - waar dat gewoon niet kan. Gelukkig weten we hem te overtuigen dat dit echt niet onze schuld is en geeft hij uiteindelijk aan hier geen probleem van te maken. Opluchting in het kwadraat. Helaas zijn we wel onze tank benzine kwijt, daar valt niets aan te doen. Daar staat tegenover dat de inlever-meneer ons wel in Havana Viejo wil afzetten. Daar zijn we dan toch wel weer heel blij mee. You win some, you lose some. Vast staat dat we van onze Geely CK af zijn en dat voelt goed. Laat die taxi’s maar komen, ik heb even geen zin meer om de weg nog te vragen en fout te rijden.

Het Plaza Vieja voelt als een verademing na al dat (toch best stressvolle) zoeken van de halve ochtend. In tegenstelling tot grote pleinen in andere Zuid en Centraal Amerikaanse landen staan de pleinen hier in Cuba garant voor een beetje spelen, relaxen en eten en drinken. Een autoloos gebied, met opgeknapte huizen, veel muziek en een heel relaxt sfeertje. Een typische plek waar je de hele middag kunt blijven zitten als je niets anders te doen hebt. Super chill. Zo was dat in Trinidad (waardoor ik het Plaza Mayor niet eens als zodanig herkende: het zag er te chill uit om hét plaza van de stad te zijn) en zo is dat hier in Havana ook.

Zoals altijd heeft Zev binnen twee seconden alweer vriendjes gemaakt. Dat wil zeggen: hij rent op de eerste de beste jongetjes af dat hij ziet - en speelt de rest van de tijd met hen. Die jongetjes (allebei Cubaans, een donker en een blank jongetje) vinden dat op hun beurt ook helemaal leuk. Geen idee hoe hij het doet, want hij spreekt niet dezelfde taal - en toch delen ze gelijk hun speelgoed met hem. Heel bijzonder hoe dat gaat tussen kleine kinderen. Een van de twee bijkt het zoontje te zijn van de eigenaresse van het tentje waar we zitten. Ze vertrouwt Zev zo dat hij het speelgoedpistool van haar zoontje mag lenen vanmiddag, aangezien zij ervandoor moeten. Heel bijzonder en kenmerkend voor de Cubanen: iedereen deelt alles met iedereen. Een van de weinige goede gevolgen van het politieke regime hier. Ik kan me ook echt voorstellen dat de sfeer in Havana anders gaat worden wanneer straks toch verschillen tussen arm en rijk zichtbaar zijn. Nu heeft niemand iets en is er vrijwel geen criminaliteit - in tegenstelling tot buurlanden Haiti en de Dominicaanse Republiek. Zev kan nu veilig spelen en rennen tussen alle verkopers, capoeira dansers, Buena Vista Social Club achtige zangers, voetballende tieners en fietsende kindjes - een heel bijzonder allegaartje. Ik vrees dat dit over tien jaar anders gaat zijn. Net als dat er (door toename van het aantal auto’s) files zullen staan en dat vervuiling wel écht een probleem gaat worden. Time will tell. Voor nu is het een heerlijke plek en daar genieten we dan ook van.

We lopen een paar uur later toch even de buurt door, om toch het gevoel te hebben dat we iets van Havana gezien hebben. Buiten de paar straten waar veel toeristen lopen, zijn alle panden totaal vervallen - net als in de rest van het land. Stuk voor stuk prachtige panden wanneer je zou onderhouden, maar dat is helaas dus niet zo. Uiteindelijk komen we toch weer terug op het Plaza Vieja, waar we bij een ander tentje wat drinken en Zev lekker op een bankje chillt met een tekenfilm terwijl wij even kletsen. Althans, één minuut totdat Zev alweer aandacht vraagt. Heftig soms, om drie maanden lang in touw te zijn met Zev. Een paar uur echte me-time is echt een goed vooruitzicht. Nog even, dan is dat hopelijk al zover bij de moeder van Kris. En anders sowieso wanneer we weer thuis zijn.

Helaas zijn we financieel een beetje beperkt vanavond. We hebben we nog maar CUC 90 over en voelt het niet goed om nog uit eten te gaan voordat we geld gehaald hebben. Morgenochtend moeten we eerst naar de bank om geld te halen; dan kunnen we weer geld uitgeven. Gelukkig vinden we een bank die op zaterdagochtend open is - zeker geen vanzelfsprekendheid hier. Noch dat het vanzelfsprekend is dat die bank ook op een credit card geld geeft - daarom moeten we er dan ook rekening mee houden dat we wellicht geen geld meer kunnen halen en het dus moeten doen met het geld dat we nu hebben. Omdat Zev behoorlijk kapot is en we toch geen geld meer willen uitgeven, besluiten we om 19 uur naar huis te gaan. Onze taxi is een prachtige groene Amerikaanse Cadillac uit de jaren ’50. Nice. En zo worden we in stijl thuis gebracht. Na een lekker bad valt Zev tussen ons in bed in slaap terwijl wij het laatste seizoen van Sons of Anarchy opzetten.

Midden in de nacht word ik weer wakker - en kan ik niet meer inslapen. Ik schrijf wat in mijn dagboek en val uiteindelijk een paar uur later weer in slaap - om een uurtje later alsnog wakker te moeten worden omdat Zev wakker is. We ontbijten uitgebreid voordat we een taxi naar de stad nemen en daar naar de bank te gaan. De bank die we gezien hadden gisteren blijkt geen credit cards te accepteren. Het bureau de cambio waar die ons naartoe verwijst doet dat ook niet. Gelukkig lukt het bij de derde plek wel om (na een tijdje in de rij staan) geld te krijgen. Een fijn gevoel. We lopen daarna de stad door en nemen een paard en wagen om de toeristische highlights van Central Havana te bekijken. We laten ons afzetten bij de sigarenfabriek, om daar een kijkje te nemen in het productieproces. Helaas kan dat niet voordat je een kaartje koopt bij een hotel dat daar vijf minuten vandaan ligt. Na twintig minuten in de rij staan bij dat hotel zijn er nog altijd vijf wachtenden voor ons. Dan blijkt dat de sigarenfabriek sinds vandaag gesloten is voor renovatie en vakantie. Hebben wij weer.

In de fabriek zit ook een sigarenwinkel, die wel open is. Kris wil wellicht toch sigaren halen en wordt gelijk naar een zijkamertje gedirigeerd waar illegale sigaren worden verkocht voor een kwart van de prijs. Helaas betekent dat wel heling, waarvoor je zwaar in de problemen kunt komen in Cuba. Bovendien weten we ook hierbij weer niet zeker of de sigaren echt zijn. Het is wat met die sigaren in Cuba. We besluiten ze maar gewoon pas in Nederland te kopen, wel koop ik in de officiële winkel een pakje kleine vrouwensigaartjes voor Chantal - de enige persoon die ik ken die sigaren rookt. We lopen richting het Parque Central Hotel, waar we op de rooftop een drankje doen met uitzicht over de stad. Weliswaar midden in de smog van alle oude auto’s, maar ondanks dat een drankje op stand.

Kris is tegen die tijd eigenlijk wel klaar met dingen zien en doen. Ik wil zelf nog graag naar Vedano, de oude maffiawijk in de jaren ’50. Gelukkig settelen we voor een tussenweg: we nemen een taxi en gaan alleen naar het Hotel Nacional voor een drankje en bezoeken op weg naar Plaza Vieja het Plaza de Revolucion, waar de grote revoluties hun oorsprong hadden.

Tijdens de drooglegging in de VS was Vedano een gok- en smokkelparadijs. Hier werd uiteraard korte metten mee gemaakt toen Fidel aan de macht kwam. Socialisme, maffia en smokkelwaar gaan immers niet goed samen. De herinnering aan het verleden blijft in het Hotel Nacional, waar de grootste maffia get together ooit heeft plaatsgevonden - en waar foto’s hangen van alle bekende gezichten die het hotel bezocht hebben sindsdien. Waaronder Poetin en Medvedev (Rusland), Kie Moen (VN), Assad (Syrië), Chavez (Venezuela - beste vriend van Fidel) en Ahmadinejad (Iran). Maar ook veel filmsterren hangen er aan de muur, zoals Robert de Niro, Leonardo di Caprio en Matt Damon. Helaas is er van het maffiaverleden van het hotel weinig meer te zien. Daarmee is het hotel minder interessant dan verwacht.

Omdat we allemaal trek hebben en graag bij het Plaza Vieja willen eten (waar Zev ook gelijk kan spelen), besluiten we het drankje over te slaan en een coco taxi te nemen daar naartoe - een knalgele soort tuk tuk, in de vorm van een kokosnoot en met een perfecte draaicirkel. We rijden daarbij via het Plaza de Revolucion, dat bij aankomst niet meer blijkt te zijn dan weer een groot monument met een heel groot leeg plein. Maar goed dat we hier niet kilometers voor gelopen hebben. Onderweg moet onze coco taxi chauffeur ook nog even zijn tankje opvullen, aangezien zijn benzine op is. Of we even in de berm van de bijna-snelweg kunnen gaan staan, omdat onder ons stoeltje zijn jerrycan met benzine staat. Cuban style vervoer. Te grappig.

Wanneer we het Plaza Vieja oplopen, voelt dat bijna als thuiskomen. Te relaxt hier. Gelukkig heeft Zev weer binnen no time een vriendje gevonden om mee te spelen. Die blijkt ook nog jarig te zijn - en dus pakt hij een uurtje later ook nog een zing- en taartmomentje mee. Leuk. Samen met Franco en zijn nichtje is Zev de uren erna druk aan het rennen, voetballen, tikkertje doen en kijken naar grappige optredens die overal op het plein plaatsvinden. Als zijn twee vriendjes daarna weg zijn, ziet hij opeens zijn vriendje van gisteren weer van wie hij het speelgoedpistool geleend had. Inmiddels hebben we voor hem een of ander lichtgevend parachuutje gekocht - en dus kan Zev dit keer de blits maken met zijn speelgoed. Om 19 uur zeggen we iedereen gedag en nemen een taxi naar ons hotel. We vliegen morgen en zeggen Havana hierbij gedag. Vaarwel Havana, hopelijk tot ziens in een ander tijdperk - dat ongetwijfeld volgend jaar gaat beginnen.

Wanneer we ’s avonds in het hotel aankomen zie ik dat we morgenochtend al om 8.45 uur vliegen - drie uur eerder dan in mijn hoofd zit. We doen Zev in bad en in bed, ik pak de tassen opnieuw in en reken beneden af. Waarbij ik een interessant gesprek heb met de eigenaresse van ons hotel over de situatie in het land. Ook al ziet iedereen de nieuwe situatie met de VS als een grote kans voor Cuba, iedereen is sceptisch over hoe snel dingen gaan veranderen. Elk jaar, elke maand, elke dag dat de situatie niet verandert betekent voor de Cubaan dat hij moet overleven in plaats van gaat leven.

Zelfs basisbehoeften zijn hier soms niet te krijgen. Elke week is dat iets anders, je hebt als Cubaan geen idee welk artikel de week erna niet verkrijgbaar zal zijn. Vorige week was dat WC papier, dat de hele week niet verkrijgbaar was. De week ervoor was dat zeep, de week daarvoor tandpasta - wat verklaart waarom de tandpasta die we van de week gekocht hebben van Koreaanse afkomst is: blijkbaar heeft het land daar een partij van kunnen inkopen. Volgende week is het wellicht koffie of thee. Je weet nooit wat het gaat zijn, hamsteren is dus een noodzakelijke voorwaarde om enigszins OK te kunnen leven of -zoals in haar geval- een hotel te kunnen runnen. Is er een tekort aan WC papier en vind je opeens een winkel die een partij heeft kunnen opkopen, dan kun je het beste die hele partij in één keer opkopen. Voor hetzelfde geld is er immers een maand lang niets te krijgen.

Omdat je nooit weet wat het leven in Cuba aan moeilijkheden oplevert, is men niet bezig met de toekomst. Men is nú bezig met overleven. Zaken als verval van gebouwen door gebrekkig onderhoud of luchtvervuiling door auto’s zonder roetfilter en benzine met lood is voor hen op dit moment geen issue: Cubanen moeten zorgen dat ze de dag doorkomen en uitkomen met het kleine beetje geld dat ze hebben. Ze zitten onderaan in de behoeftepiramide van Maslov - net als een derdewereldland.

De dame bevestigt onze vermoedens dat er een tekort aan goed geschoolde doktoren en chirurgen moet zijn in Cuba. Hier verdient een dokter immers net zoveel als een boer en een serveerster. Nu Cubanen sinds 2012 mogen reizen, zijn er (zoals verwacht) heel veel medici naar het buitenland verhuisd - waar ze misschien wel duizend keer zoveel verdienen per maand. Dat werd zo’n probleem voor Cuba, dat de overheid een wet ingevoerd heeft die medici verbiedt om te emigreren. Hoe grof. Gelukkig hebben die medici vervolgens een maas in de wet gevonden: als je via een coöperatie naar het buitenland vertrekt dan mag dat wel. Gevolg is natuurlijk dat er inderdaad een tekort is aan goed medisch personeel. En dat veel medici ondertussen werken als portier of ober in een hotel of restaurant. Super logisch, maar wederom erg voor de Cubaan - die hier overigens wel gratis medische zorg verdient (het stokpaardje van de Cubaanse samenleving). Net als in landen als Argentinië trouwens, zo bijzonder is hun zorgsysteem dan ook niet.

Het erge van de situatie hier is dat het dus in de praktijk een derdewereldland is, maar dat de mensen zelf dondersgoed door hebben dat het ook anders had gekund. Dat de toeristen die hier komen helemaal niet zo anders zijn dan zij, maar in een totaal andere wereld leven met veel meer mogelijkheden. Ze weten dondersgoed dat ze vijftig jaar achterlopen omdat de overheid hen tegenhoudt. Dat ze afgesloten zijn van de buitenwereld en allerlei creatieve capriolen moeten uithalen om op het internet te kunnen en -zoals in het geval van deze mevrouw- een business te kunnen runnen. Zonder internet heeft deze dame geen kans op overleven en toch is dat nou juist wat niet vrij verkrijgbaar is.

Het socialisme heeft ervoor gezorgd dat niemand meer een motivatie voelt om iets te ondernemen. Wat je ook doet in dit land, wat voor effort je er ook in stopt, je houdt er hetzelfde aan over. Namelijk een klein beetje geld dat net voldoende is om niet dood te gaan. Er is geen enkele financiële prikkel om een stap verder te zetten - en dus geen motivatie. Hoe naar dat ook klinkt, zo werkt het in de wereld - en dus ook hier in Cuba. Het land mag dan niet kapitalistisch zijn, de mensen zijn het wel. Wat dat betreft is China een stuk verder dan Cuba. Dat is ook de reden waarom er in Cuba geen vers fruit en groenten verbouwd worden, terwijl er zoveel onbewerkte landbouwgrond is. Niemand die de moeite gaat doen om bomen te kopen en planten en die te verzorgen. Je verdient er toch geen stuiver meer aan dan wanneer je niets doet de hele dag. Ongelooflijk.

Met een toch wel opgelucht gevoel gaan we slapen die nacht. Blij dat alles goed gegaan is, juist ook hier. Maar als we de volgende morgen om 6.15 uur op de airport van Havana arriveren, zien we daar nergens op de grote vertrekschermen onze vlucht staan. Nee he, het zal toch niet zo zijn dat ik me vergist heb en de vlucht al vertrokken is? Met een kloppend hart doen we navraag bij de informatiebalie. ‘Gelukkig’ is onze vlucht niet al vertrokken, maar juist tien uur uitgesteld. We vliegen dan ook om 19 uur in plaats van 9 uur - en kunnen onze dag in Santo Domingo dus wel gedag zeggen. K-zooi. Blijkbaar is de vlucht al afgelopen woensdag verplaatst naar de nieuwe tijd, maar niemand heeft ons daarvoor gewaarschuwd, ondanks het e-mailadres en de vier telefoonnummers die men van ons heeft. OK, het had ook zo kunnen zijn dat de vlucht was vervroegd (en we onze vlucht dus inderdaad gemist hadden) - een nog rampzaliger scenario. Maar behalve dat is dit geen nieuws om blij van te worden. Wat een stelletje idioten dat ze je niet informeren over zoiets essentieels als dit. Hun excuus (we hebben geen Cubaans telefoonnummer doorgegeven dus men kon ons niet bereiken) snijdt natuurlijk totaal geen hout. Hoe hadden we als toeristen een Cubaans nummer kunnen hebben? Maar we doen hier niets tegen, we moeten ons instellen op een verblijf van meer dan tien uur op de airport (in plaats van een Goddelijk hotel met zwembad in Santo Domingo) en that’s it.

Tijd om onszelf dan ook zo goed mogelijk te installeren op deze weinig inspirerende plek. Daarbij zijn we allereerst gebaat bij een werkend stopcontact, zodat we in ieder geval onbeperkt de iPad, laptop en telefoon kunnen gebruiken om films te kijken en spelletjes te spelen. Kris gaat op onderzoek uit en vindt er welgeteld eentje, bij een gaar restaurantje op de eerste verdieping. Gelukkig gaan er net mensen weg op die plek en installeren we ons met onze bagagekar dan ook snel in die hoek van het restaurant. Waar we in ieder geval espresso en Snickers kunnen bestellen als ontbijt. OK, het is geen croissantje of brownie met cappuccino. En zelfs dit restaurant is typisch Cubaans, met een loszittende balie, TL licht en beperkt assortiment. Maar het is in ieder geval iets. Die Snickers blijken gewoon uit de VS te komen, ondanks het importverbod. Ze smaken net iets anders dan normaal - waarschijnlijk is het een afgekeurde partij die hier via via naartoe gesmokkeld is.

Eigenlijk is het er best prima uit te houden, ware het niet dat we weten dat het nog heel lang gaat duren - langer dan we willen bedenken. Ook voelt het klote dat we nu onze huurauto niet kunnen ophalen en het dagje Santo Domingo in dat heerlijke hotel door onze neus wordt geboord. Zev is daarnaast prima te handelen maar blijft wel aandacht vragen. Niet zo gek als je als klein kind na een paar uur eigenlijk wel klaar bent met films kijken en spelletjes spelen en jezelf dan nog zeven uur moet vermaken - iets waar hij uiteraard Kris en mij voor gebruikt. Last but not least is Kris redelijk edgy en snel geïrriteerd - blijkbaar ben ik niet altijd zelf de gestresste kip die niet kan accepteren dat een situatie nu eenmaal zo is. Hij is bovendien klaar met de aandacht die Zev elke keer vraagt van hem en kan het dan ook niet meer handelen terwijl hij moeilijk alles op mij kan afschuiven op een dag als vandaag.

Gelukkig kunnen we om 16 uur eindelijk inchecken. Gezien het feit dat we tegen die tijd al zeven uur wachten, Snickers en tosti’s aan het eten en espresso’s aan het drinken zijn, is dat nog eigenlijk vrij snel. Het inchecken gaat gelukkig goed, daarna moeten we airport tax betalen die natuurlijk weer alleen in cash kan terwijl we die niet meer hebben. Gelukkig is er een currency exchange waar we (weer) geld kunnen opnemen met de creditcard - uiteraard tegen een super slechte rate en heel veel commissie. Wow, wat ben ik daar klaar mee. Je moet hier zo ongeveer 20% van de exchange rate aftrekken om uit te komen op het bedrag dat je krijgt.

Voorbij de immigration (die gelukkig zonder problemen verloopt) kopen we nootjes, chips en snoepjes - en vermaken ons daarmee voordat we het vliegtuig instappen. Gelukkig krijgt Zev de window seat van een andere vrouw - en hebben we uiteindelijk een heel prima vlucht. Ondanks het feit dat het vliegtuig geen airline vermelding heeft; een bevestiging van ons vermoeden dat ons eigenlijke vliegtuig een mankement heeft en is vervangen door dit vliegtuig zonder merk. Zelfs het vliegtuig is daarmee typisch Cubaans.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Karin

Actief sinds 27 Sept. 2014
Verslag gelezen: 283
Totaal aantal bezoekers 35010

Voorgaande reizen:

21 December 2014 - 02 December 2015

2014: Dominicaanse Republiek

07 December 2014 - 21 December 2014

2014: Cuba

14 November 2014 - 05 December 2014

2014: Thailand

30 Oktober 2014 - 14 November 2014

2014: Bali - Gili Eilanden - Lombok

01 Oktober 2014 - 30 Oktober 2014

2014: Maleisie - Borneo - Brunei

10 Mei 2014 - 20 Mei 2014

2014: Santorini

17 Januari 2014 - 30 Januari 2014

2014: Tenerife

27 Juli 2013 - 31 Juli 2013

2013: Ibiza

01 Mei 2013 - 31 Mei 2013

2013: Kroatie - Bosnie - Servie - Tsjechie

01 Mei 2013 - 31 Mei 2013

2013: Polen - Slowakije - Hongarije

01 Mei 2013 - 31 Mei 2013

2013: Macedonie - Albanie - Montenegro

01 Mei 2013 - 31 Mei 2013

2013: Roemenie - Bulgarije

18 September 2012 - 22 September 2012

2012: Ibiza

01 Augustus 2012 - 31 Augustus 2012

2012: IJsland - Verenigde Staten - Canada

05 Januari 2012 - 07 Januari 2012

2011: Luxemburg

04 November 2011 - 27 November 2011

2011: Japan - China - Bali

10 September 2010 - 10 Oktober 2010

2010: Corsica - Sardinie - Malta - Sicilie

22 Januari 2010 - 22 Februari 2010

2010: Sri Lanka - India - Sumatra - Maleisie

09 Oktober 2009 - 25 Oktober 2009

2009: Portugal

03 September 2009 - 06 September 2009

2009: Denemarken

14 Augustus 2009 - 24 Augustus 2009

2009: Kroatie

03 Mei 2009 - 25 Mei 2009

2009: Zuid Afrika - Namibie - Botswana

01 Januari 2009 - 01 Mei 2009

2009: Duitsland

14 Maart 2009 - 19 Maart 2009

2009: Spanje

26 December 2008 - 05 Januari 2009

2008: Marokko

01 September 2008 - 12 September 2008

2008: Belgie

10 Januari 2008 - 10 Mei 2008

2008: Suriname

10 Januari 2008 - 10 Mei 2008

2008: Colombia - Ecuador - Peru - Chili

10 Januari 2008 - 10 Mei 2008

2008: Trinidad - Tobago - Venezuela

10 Januari 2008 - 10 Mei 2008

2008: Argentinie

01 Juni 2007 - 12 Juni 2007

2007: Israel - Egypte - Jordanie

01 Oktober 2006 - 30 November 2006

2006: Argentinie

01 Oktober 2006 - 30 November 2006

2006: Brazilie - Uruguay - Paraguay

28 Juli 2006 - 13 Augustus 2006

2006: Finland - Estland - Rusland

20 Juli 2006 - 21 Juli 2006

2006: Berlijn

15 Juni 2006 - 25 Juni 2006

2006: Ibiza

17 Februari 2006 - 20 Februari 2006

2006: Frankrijk

02 Januari 2006 - 20 Januari 2006

2006: Gambia - Senegal

20 September 2005 - 23 September 2005

2005: Berlijn

04 Januari 2005 - 04 April 2005

2005: Oman - India - Bangladesh - Bhutan - Dubai

01 September 2004 - 29 December 2004

2004: USA - Mexico - Guatamala

01 September 2004 - 29 December 2004

2004: Belize - Honduras - Nicaragua - Costa Rica

01 September 2004 - 29 December 2004

2004: Panama - El Salvador - Guatamala

01 Oktober 2003 - 06 Oktober 2003

2003: Spanje

01 September 2003 - 01 Oktober 2003

2003: Thailand - Laos - Cambodja

01 Mei 2003 - 12 Mei 2003

2003: Ierland

01 September 2002 - 01 Oktober 2002

2002: Zwitserland - Italie - Frankrijk - Monaco

01 December 2001 - 02 Januari 2002

2001: Australie - Indonesie

01 Juli 2001 - 10 Juli 2001

2001: Tunesie

01 Februari 2001 - 28 Februari 2001

2001: Vietnam - Hong Kong

01 Oktober 2000 - 04 Oktober 2000

2000: Tsjechie

01 Juli 2000 - 21 Juli 2000

2000: Spanje

01 Oktober 1999 - 12 Oktober 1999

1999: Verenigde Staten

01 Oktober 1999 - 04 Oktober 1999

1999: Belgie

01 Juli 1999 - 28 Juli 1999

1999: Peru - Bolivia

01 Juli 1999 - 14 Juli 1999

1999: Frankrijk

01 Oktober 1998 - 10 Oktober 1998

1998: Spanje

01 Juli 1998 - 28 Juli 1998

1998: Israel - Egypte

01 Oktober 1997 - 10 Oktober 1997

1997: Wales

01 Oktober 1997 - 04 Oktober 1997

1997: Londen

01 Juli 1997 - 28 Juli 1997

1997: Italie - Griekenland - Turkije

01 December 1996 - 10 December 1996

1996: Bonaire

28 Augustus 1996 - 28 September 1996

1996: Maleisie

28 Juli 1996 - 28 Augustus 1996

1996: Nieuw Zeeland

28 April 1996 - 28 Juli 1996

1996: Australie

20 December 1995 - 04 Januari 1996

1995: Schotland

01 Juli 1995 - 01 Juli 1995

1995: Verenigde Staten

20 Juli 1986 - 05 Augustus 1986

1986: Noorwegen

01 Juli 1985 - 21 Juli 1985

1985: Zweden

Landen bezocht: