10-15 okt: ‘Apen horen toch in de zoo; niet hier!’ - Reisverslag uit Pulau Kapas, Maleisië van Karin Reijnen - WaarBenJij.nu 10-15 okt: ‘Apen horen toch in de zoo; niet hier!’ - Reisverslag uit Pulau Kapas, Maleisië van Karin Reijnen - WaarBenJij.nu

10-15 okt: ‘Apen horen toch in de zoo; niet hier!’

Door: Karin Reijnen

Blijf op de hoogte en volg Karin

16 Oktober 2014 | Maleisië, Pulau Kapas

Na een onrustige nacht door het onweer, de heftige zee en een te dik dekbed, is het fijn om op te staan met een lucht die van donker naar licht veranderd, inclusief doorkomend zonnetje. Onze dag begint met een fijn (Nederlands) ontbijt, een beetje zwemmen in zee en een beetje lezen. Net als de andere dagen zeg maar. Ai, je zou hier maar gewend aan moeten raken. Gelukkig verplaatsen we vrij regelmatig van plek, anders zou dit eentonige ritme echt na een paar weken de neus uitkomen. Nu voelt het als het perfecte evenwicht tussen afwisseling en rust. Ook hier hebben ze een paar LINDA’s op de tijdschriftenstapel, zodat ik me niet hoef te vervelen. Had ik tijdens mijn reizen in mijn eentje nog altijd een stapel boeken mee, nu merk ik dat ik daar geen behoefte aan heb. Over het algemeen lees ik niet langer dan een kwartiertje achter elkaar, daarna is er toch altijd even iets wat (m.n. voor Zev) gedaan moet worden. Ondanks mijn voornemen om de zorg op te splitsen in dagdelen (Kris de eerste paar uur, ik daarna - of andersom), zodat je iets meer gevoel van me-time hebt, zijn we elkaar eigenlijk de hele tijd door aan het afwisselen. Op zich gaat dat prima zo. Omdat Zev toch altijd veel naar Kris trekt, is het voor hem lastiger om de momenten voor zichzelf te pakken dan voor mij. Zev is nog altijd bang dat papa de volgende dag weer naar zijn werk gaat - en er dus niet is. Het gaat er blijkbaar niet in bij dat kleine koppie dat papa de komende drie maanden niet hoeft te werken. Heel logisch dan ook dat hij (nu Kris er wel de hele tijd is) zijn focus heeft op Kris. Gelukkig is de balans goed zo. We doen ongeveer allebei even veel; Kris misschien iets meer dan ik. Maar dat mag ook wel na de afgelopen 3,5 jaar waarin de balans behoorlijk andersom lag.

Zonder enige moeite komen we de dag door. Zev slaapt zelfs weer een uurtje - blijkbaar heeft hij dat toch nog nodig, in combinatie met al dat rennen, zwemmen en buiten spelen. Een fijn uurtje voor ons iedere keer - ook al moet er wel in eerste instantie iemand bij hem gaan liggen en heb je daarmee het risico om zelf ook in slaap te vallen. Einde middag loop ik met Zev via een heuvel (twee minuten klimmen, voor Zev natuurlijk weer een heel avontuur) naar de andere kant van het strand. Waar hij het begrip hangmat ervaart. Heerlijk, dat relaxte schommelen in een veilig hutje om je heen. Liggend in zo’n ding, krijg ik alweer deja vu’s naar de nachten dat ik in Venezuela in de jungle in zo’n hangmat sliep en moet moeite doen om niet na twee minuten in slaap te vallen. Wat zijn hangmatten toch de ultieme manier van ontspannen…

Even later valt er een kokosnoot naast ons neer. We vragen de man achter de bar om die open te klieven met zijn kapmes. Zev helemaal impressed natuurlijk t.a.v. hoe zo’n ‘kotonoot’ (Zev’s interpretatie van de kokosnoot) er van binnen uit ziet - en met name hoeveel moeite het kost om de kleine kokosnoot met melk en kokos erin te kunnen eten en drinken. Super lekker, de bakjes bij de AH met kokosnoot zijn er niets bij - al is de melk uit de groene kokosnoot lekkerder dan die van de bruine. Op deze plek zijn ze al bezig geweest met het neerleggen van zandzakken, uit angst voor het water. We zitten immers tegen moesson season aan -die theoretisch begint in november en loopt tot februari. Dat betekent dat je nu al vrijwel elke avond hele spannende luchten hebt vol bliksem, zonder donder. De zee is al ruwer dan normaal, het weer is minder voorspelbaar. Eigenlijk hebben we tot nu toe enorme mazzel dat er helemaal nog geen buien gevallen zijn, op die eerste dag na. Bij ons hotel zijn wij de allerlaatste gasten voordat men de deuren sluit en naar het vasteland vertrekt voor de monsoon. Eenmaal in de moesson regent het soms weken achter elkaar. En kun je vaak dagen- of zelfs wekenlang niet van het eiland naar het vasteland met de boot door de hoge golven. Toch spreken we ook mensen die hier wel het hele jaar blijven. Met inderdaad het risico dat je wekenlang opgesloten zit. Je moet er maar zin in hebben.

Die avond eten we weer super lekker. Kris heeft zijn Margherita en Cointreau, ik mijn cappuccino, kaarsje op tafel en een mooi opgemaakt bord. Helemaal goed - en waarschijnlijk de laatste keer voor de komende tijd, aangezien Maleisen die behoefte nu eenmaal niet hebben en daar dus niet op letten. Tja, what can I say. We zijn duidelijk geen hardcore backpackers meer, meer een soort luxepaardjes in schaaps- (en hippie)kleren - want met een backpack op hun rug.

Na een relaxte avond Sherlock kijken (samen met honderd muggen die zich letterlijk vastgebeten hebben in ons) hebben we wederom een ietwat onrustige nacht. Dit keer met name door de baby bats (vleermuizen) die hier in de grotten naast ons huizen en uiteraard ’s avonds wakker worden en gevoerd moeten worden. Dat gaat gepaard met zoveel gehuil en geschreeuw dat je bijna zou denken dat ze een blik echte baby’s opengetrokken hebben hiernaast.

De ochtend is altijd iets prachtigs in dit soort landen. Nog niet te warm, een beetje ongerept, alles slaapt nog (want met Zev erbij zijn we bijna altijd de eersten die wakker worden en opstaan, vermoed ik zo) en wordt langzaamaan wakker. Geen mensen, geen ander geluid dan dat van de zee en van dieren die wakker worden. Fijn. We hebben nog de hele morgen voordat we om 11.30 uur de boot nemen naar het vaste land. Ergens is het rond die tijd ook prima dat we gaan; op naar het volgende avontuur. Zeker als dat betekent dat je maar een uurtje onderweg bent zoals nu - waarvan een uur met de speedboot. Wat een genot elke keer… Ik kan ook ademloos naar Zev kijken bij dit soort bootritjes. Hij geniet zo intens, is zo happy met de wind in zijn haren en de snelheid waarmee we over het water racen. Het wordt al een echte beach boy zo, met zijn blonde haren in de wind, zijn tanktoppie aan en Birkenstocks aan zijn voetjes. Net zijn papa, maar dan blond.

Op het vaste land staat een taxichauffeur op ons te wachten, Mr T. Die dropt eerst Linda, de medewerkster van het hotel waar we sliepen, bij het winkelcentrum van Teranganu af en rijdt dan door naar Penarik, onze volgende bestemming. Onderweg vertelt Mr T de mooiste verhalen. Zo passeren we een heleboel kasten van huizen zonder ramen. Heel bizar en spooky om te zien. Het blijken gebouwen te zijn waar miljoenen kleine zangvogeltjes wonen - samen met een cassetterecorder waar vogelgeluid uit komt. Getriggerd door die vogelstem raken de vogeltjes zelf ook in zangstemming én krijgen ze vrijwel automatisch nesteldrang. Die nestjes maken ze met behulp van heel veel vogelslijm. En laat soep gemaakt van dit soort vogelnestjes nou een delicatesse zijn voor Chinezen hier. Voor 1 kilo vogelnest met slijm ontvang je hier al snel 1200 RM (omgerekend zo’n 350 EUR) - lucratieve business dus. Rare gasten, die Chinezen.

Ons hotel in Penarik bestaat uit zeventien antieke, typisch Maleise huizen op hoge polen uit de vorige eeuw. Deze zijn gerestaureerd en omgeturnd tot prachtige hotelkamers - inclusief een aparte ruimte die als badkamer is ingericht en een extra buitenruimte waar een houten bad staat. Te geweldig, misschien wel de meest unieke plek waar we ooit geslapen hebben. Alle details kloppen, alles wat in het huis staat is even antiek als het huis zelf. Eromheen staan nog een aantal gebouwen die gebruikt worden als restaurant, salonkamer, bibliotheek en receptie. Allemaal even authentiek en mooi gerestaureerd. Niet zo gek dus dat het hotel op de World Heritage Lijst staat.

We blijken bij aankomst ook nog de enige gasten van het hotel te zijn - waardoor het echt aanvoelt alsof we in de vorige eeuw terug gezogen zijn. Behalve de prachtige infinity pool en de air co in de kamer, die verraden dat het toch echt de 21ste eeuw is. Wow… Ik wist dat ik iets moois en unieks geboekt had, maar dit is echt bizar. Omdat er de rest van de middag verder niemand is, hebben we het hele landgoed de hele middag voor onszelf. En omdat de mensen die er ook slapen op totaal andere plekken slapen, voelt dat eigenlijk tot ons moment van vertrek zo. Dat geldt ook voor het zwembad. Tijd en ruimte genoeg dus om Zev een beetje zwemles te geven. Hij wil dat zo graag, wil zo graag leren watertrappelen en schoolslag leren zwemmen. In de zee is dat echt onmogelijk, maar nu we een zwembad hebben kunnen we best oefenen. En dus laten we hem met alleen de buikkurkjes het water in. Hij blijkt best goed te kunnen watertrappelen al. En ook al kan ik het nog niet echt schoolslag noemen, hij probeert wel echt die beweging te maken en slaagt erin om ook echt een baantje te zwemmen zonder onder water te komen. Ik vind het lastig om te zien (ben snel geneigd om hem op te pakken en zijn armbandjes om te doen), maar Zev vindt het zelf geweldig. Hij heeft duidelijk de smaak van het zwemmen te pakken en wil het nu ook echt leren. En Kris vindt het leuk om het hem te leren dus 1 + 1 = 2.

Na een über relaxt middagje aan het zwembad, gaan we lekker uitgebreid tutten in onze meer dan riante badkamer. Zev wil natuurlijk buiten in de houten badkuip, terwijl Kris en ik onder de regendouche gaan. Wat een luxe… Het is hier bijna jammer om uit gebadderd en -gedoucht te zijn, zo mooi is het. Na het eten hebben we afgesproken om met een bootje door de riviertjes rondom Penarik te gaan. Je hebt hier namelijk miljoenen vuurvliegjes die licht geven in het donker. De beestjes leven maar één tot twee weken en moeten in de tussentijd nageslacht zien te produceren. Dat doen ze door lichtsignalen naar het andere geslacht te sturen. Dat licht is zo fel dat het net een zaklamp lijkt. En dat zonder batterijen, respect. De vliegjes hebben een soort enzym in hun organen die dat licht produceert - waar overigens momenteel wetenschappelijk onderzoek naar wordt gedaan. Want als het in zo’n vuurvliegje licht kan produceren, waar dan nog meer…

Maar goed, nageslacht produceren dus… Om dat te verkrijgen, vliegen de mannetjes rond en proberen goede sier te maken bij de vrouwtjes door te seinen en kunstjes te doen. De vrouwtjes blijven op het land en seinen terug wanneer ze interesse hebben. Het zijn net mensen, zoals zo vaak bij dieren. Omdat er veel verschillende vuurvliegtypes zijn en zij hun eigen soort moeten kunnen herkennen, bundelen de mannetjes van dezelfde soort hun krachten en vliegen synchroon een bepaald lichtpatroon - wat de vrouwtjes op het land dan weer kunnen herkennen. Smart thinking. Overigens gebruiken de vliegjes hun licht niet alleen om de andere sekse te versieren, ook als bescherming. Zo gaat hun lampje aan wanneer er een potentiële prooi aan komt. Omdat vuurvliegjes voor veel diersoorten toxic zijn (en dus hun dood betekent), herkent de prooi dat hij de verkeerde vlieg aan de haak geslagen heeft en zal hij die laten gaan. Grappig hoe de natuur zijn eigen trucjes heeft om te overleven.

Zev vindt het in eerste instantie best spannend om in het pikkedonker het bootje in te stappen. Zeker omdat het op de achtergrond bliksemt als een malle - een natuurlijk verschijnsel wanneer de moesson op komst is. Weliswaar honderden kilometers weg, maar toch… Zelfs voor ons is die bliksem best intimiderend - maar tegelijkertijd ook intrigerend. Gelukkig is de maan vol, de hemel vol sterren en wennen je ogen snel aan het donker. Bovendien vindt hij het idee van de vuurvliegjes zo leuk, dat hij zijn angst al snel overwint en mee wil. Grappig genoeg is (uiteraard) hij degene die het meest fanatiek is met vliegjes-spotten en er het meest op gebrand is om ze te vangen in zijn handen en als een lampje op zijn lichaam mee te dragen. Kris en ik vinden ondertussen de combinatie van de enorme bliksem op de achtergrond, de totale stilte en donkerte van waar we zijn en de heldere sterrenhemel misschien nog wel veel gaver. Na een dik half uur vliegjes vangen en spotten begint Zev echter te gapen en vinden wij het zelf ook wel goed geweest. Tijd om lekker te chillen.

De volgende morgen ben ik al vroeg wakker, in tegenstelling tot Kris en Zev die nog lekker liggen te pitten. Ik douche stil en ga geruisloos naar buiten, zodat ik daar lekker in alle rust kan gaan zitten schrijven op een soort antiek Balinees bed. Gelukkig zijn we nog altijd de enigen die in dit stuk van het landgoed logeren. Wat een rust en sereniteit… Helaas hoor ik om 8 uur echter opeens Zev en Kris praten. Weg rust. Jammer. Mijn wekker bleek te zijn afgegaan naast Zev’s oor, die ik was vergeten uit te zetten. Oerstom natuurlijk. Weer een les rijker…

Daarmee is de dag echt begonnen. Het is gelukkig niet zo heet als gisteren. Bewolking is hier altijd eerder een blessing dan een teleurstelling; zonder die wolken is het halverwege de dag bijna niet te harden. Ongelooflijk hoe de vrouwen het hier uithouden met al die zwarte hoofddoeken, zwarte T-shirts met lange mouwen, dikke zwarte broeken en zwarte sneakers aan. Laat staan hoe de vrouwen in niqaab de hitte kunnen handelen overdag. Zev denkt elke keer dat hij zo’n vrouw ziet dat hij een spook tegenover zich heeft (omdat ze natuurlijk helemaal bedenkt zijn en alleen hun ogen te zien zijn). Gelukkig kunnen de vrouwen in spe niet verstaan wat hij zegt…

We krijgen een fantastisch ontbijt voorgeschoteld, terwijl op mijn reservering van Booking.com toch echt staat dat ontbijt niet is inbegrepen bij de prijs. Ik check het nog een keer, maar het is toch echt voor ons. Fijn, ik houd van financiële mazzeltjes - zeker in dit soort dure tijden. De uren erna spenderen we weer bij het zwembad, die we weer voor onszelf hebben. Om half een worden we opgehaald door de taxi om ons naar Kuala Besut te brengen, de plek vanaf waar boten naar Perhentian Island vertrekken. In het uurtje rijden doen Zev en Kris een powernap; eenmaal daar blijkt de boot naar Perhentian Besar (het grote eiland) al over een kwartier te gaan. Beter. Soms is reizen echt a piece of piss…

Uiteraard vertrekken we pas een half uur later dan gepland - en na best wat kwaadmakerij want anders wordt het zo nog een half uur later. Ze wachten uiteraard het liefst tot de hele boot vol zit, maar dat betekent in de praktijk wachten tot Sint Jutmis, Die Nederlandse directheid heeft vaak wel het juiste effect op dit soort momenten. Zo ook nu want we gaan i.i.g. wel. Maar niet voordat we toch nog twee extra passagiers hebben ingeladen natuurlijk. We zoeven in een half uur tijd naar het grote eiland toe. Elke keer een heerlijke beleving, ook voor Zev die weer met een smile van oor tot oor zit te genieten van de snelheid en het water.

Perhentian is het enige eiland waar we deze reis naartoe gaan waar ik al eerder ben geweest. Het is weliswaar al negentien jaar geleden, als laatste deel van mijn reis naar Australië, Nieuw Zeeland en Azië, maar ik herinner het me nog precies. Ik zat toen op het kleine eiland, met twee Nederlanders die ik met jungle trekken in Taman Negara had ontmoet. We waren zo toe aan een beetje chillen dat we ons hier vier dagen meer dan vermaakt hebben met poedelen in de ultraheldere, blauwgroene zee en het eten van banana pancakes. Ik heb nooit eerder zulk helder water gezien. Het kleine eiland was toen nog heel basic; we hadden geen eens een douche en deelden om ons te douchen een bucket shower met twintig anderen - waarvoor je eerst een emmer koud water moest vullen. Voordat we nu naar het kleine eiland gaan, gaan we eerst naar het grote. Nergens voor onze trip vond ik het zo lastig om iets leuks te reserveren om te slapen als hier. Alles loopt hier echt nog een beetje achter en is het allemaal nét niet. Ook al heb ik volgens mij wel een van de leukste dingen geboekt die er zijn. Tacky shit rules hier.

We hebben gelukkig wel een relaxt terrasje voor de deur en zitten pal aan het strand. We hebben een super mooi uitzicht en zitten vlakbij een mooi strand. Helaas moeten we wel drie keer terug naar de receptie voor schone kussenslopen, lakens en handdoeken, aangezien alles stinkt naar schimmel en oud zweet. Bovendien is de kamer duidelijk al even niet gelucht geweest. Brrrrr…. Maar even niet aan denken als je hier ’s nachts in bed ligt; ik kan echt zo vies zijn van niet frisse bedden waar al 100.000 zwetende, niet gewassen mensen in hebben gelegen en daarbij allerlei lichaamssappen en huidschilfers achter gelaten hebben… En daar betaal je dan meer dan 70 EUR per nacht voor…

We doen een late lunch, chillen daarna op het strand en lopen ’s avonds een klein stukje over een ander strand om de buurt te verkennen. Daar missen we duidelijk niets aan… Daarom maar weer terug om bij het terras van ons eigen hotel te eten. Wat weer niet echt is om over naar huis te schrijven. Ik zit hier qua eten echt in een spagaat (ja jongens, ik heb het zwaaaaaaaaar): van de Aziatische keuken word ik niet echt blij, maar zoals de locals hier de Europese keuken bereiden is zo teleurstellend dat ik maar beter gewoon toch die Aziatische bestsellers kan bestellen. Dan weet je tenminste wat je krijgt. En denk je niet helemaal verlekkerd een garnalencocktail, club sandwich of broodje tonijn besteld te hebben dat dan weer zwaar tegenvalt. Dan maar liever voor de honderdste keer fried noodles met kip bestellen - dan weet je i.i.g. wat je krijgt (en dat je daar niet naar uit hoeft te kijken). Tja, what can I say. Als alles goed gaat en fijn is, dan moet er toch iets te zeiken overblijven nietwaar?

De volgende morgen komen we voor de tweede keer een Nederlands stel voorbijlopen met o.a. een bijna vierjarig kindje. Zev springt er (as usual, ik ken hem ongeveer niet anders) gelijk bovenop en vraagt aan haar of ze wil spelen met hem. Gelukkig wil ze dat en na het ontbijt spreken we af met hen. Helaas regent het opeens pijpenstelen - gelukkig is er voor dit soort gevallen ons terrasje onder het afdak. Fijn dat we dat hebben. Terwijl Zev en Evi zich vermaken met ‘Boter, Kaas en Spelletje (Zev’s nieuwe interpretatie van Boter, Kaas en Eieren), kletsen wij een beetje met Evi’s ouders. Kees en Dana blijken net als wij voor een paar maanden op reis te zijn. Zij met twee kleine kinderen, wij met Zev. Evi en Zev vinden het duidelijk heerlijk om iemand te hebben van dezelfde leeftijd met wie ze kunnen communiceren in het Nederlands. Geen idee of het nou cultureel bepaald is, maar feit is dat alle Duitse, Franse en Engelse kindjes die we tot nu toe tegenkwamen vrij schuw waren en weinig zin hadden (of het eng vonden?) om met Zev (of een onbekende in general?) te spelen. Deze Nederlandse kindjes matchen gewoon goed met elkaar: spontaan, makkelijk in de omgang, geen issues met angst of terughoudendheid, zin om te rennen en gek te doen, in hun fantasiewereld gekke dingen te zeggen en hun kinderlogica op alles los te laten, elkaar dingen leren die ze net van hun ouders geleerd hebben (‘rode mieren zijn stout, die bijten; pas daar dus voor op!’ - en dan met dat vingertje erbij om het onderwijzende aspect te accentueren). Lief en aandoenlijk om te zien hoe Zev in zijn sas is met een paar uurtjes spelen. Ook al spelen ze ook veel naast elkaar en vraag je je soms af waar je dit voor doet wanneer ze eigenlijk totaal langs elkaar heen aan het spelen zijn. Waarschijnlijk is het soms ook gewoon het idee dat ze iemand om hun heen hebben van dezelfde leeftijd die dezelfde belevingswereld zit. Zodat áls ze iets willen zeggen tegen elkaar, dat dan ook echt kan.

De rest van de dag trekken we met zijn allen op. Wat leuk is voor een dagje, maar ook prima om te weten dat je daarna weer gewoon met zijn drieën bent. Wat dat betreft zijn Kris, Zev en ik wel echt een team. Leuk om af en toe lekker te kletsen met iemand of een paar uur lang dingen te doen samen. Maar daarna hebben we allebei weer zin om met zijn drieën te zijn; terug naar de basis. Dat had ik vroeger nooit; ik kon eindeloos met mensen kletsen, ook als ik met iemand anders op reis was. En in mijn eentje was de stroom vluchtige ontmoetingen met andere reizigers en locals om mee te praten of dingen samen te doen eindeloos. Alhoewel ik op mijn laatste reis alleen, door Zuid Amerika, dat ook al minder had vanaf het moment dat Sarah naar huis ging in Colombia. Toen ben ik ook veel echt alleen geweest en had ik juist vaak geen zin meer in die oppervlakkige gesprekjes met andere backpackers, die vrijwel altijd over hetzelfde gingen. Misschien is het ook een kwestie van ouder worden. Toen ik 25 was had ik daar geen last van en vond ik alles best; een gespreksjunky was ik toen. Feit is dat we deze reis ook redelijk op onszelf zijn - uitgezonderd de leuke kleine gesprekjes met locals her en der. Waarschijnlijk vond ik daarom stelletjes en mensen met kinderen heel saai vroeger. Dat zijn ze namelijk ook.

We ontdekken einde middag een mooi strand vlakbij ons eigen strand. En ontdekken ook een zwembad, dat eigenlijk bij een upscale hotel hoort maar er nu schier verlaten bij ligt. En dus besluiten we dat we dat zwembad best even mogen gebruiken - anders doet niemand het. Het is hier overduidelijk het einde van het laagseizoen. Over twee weken sluit de boel, tot het in maart weer open gaat. Zo zijn veel dingen in het restaurant niet meer te krijgen; voorraden worden niet meer aangevuld en het is elke dag afwachten wat er wel en niet is. Maar dat je zo’n strand en zwembad voor jezelf hebt heeft ook wel wat. Je voelt je al snel koning in je eigen achtertuin. Helaas is het bij ons eigen hotel nog wel heel druk. Misschien dat ik daarom deze plek niet zo relaxt vindt; het voelt heel toeristisch. Voor het eerst sinds onze reis hebben Kris en ik allebei zin om morgen te verplaatsen en de boot te nemen naar onze volgende casa, op het kleine eiland. Terug naar het kleinschalige en verlaten eiland gevoel, dat je daar ongetwijfeld wel hebt.

Om Zev een plezier te doen (en voor onszelf ook gezellig) eten we die avond samen met Evi en haar familie. Om daarna in bed in slaap te vallen bij het naar bed brengen van Zev. Ik word hier elke dag luier en ga elke avond vroeger naar bed, zo lijkt het. Dat betekent ook dat ik ’s morgens vroeger wakker ben. En Zev met mij. Na een korte maar felle discussie met de obers hier over de prijs van een paar sneedjes plain toast (omgerekend bijna 6 EUR, waar ik voor weiger te betalen omdat het totaal buiten proportie is en ik de avond ervoor voor hetzelfde nog 1 EUR betaalden - wat ik toen al duur vond. In plaats van mij gelijk te geven en excuses aan te bieden t.a.v. de absurde rekening, komen er drie mannen om me heen staan om me van het tegendeel te overtuigen. En als dat niet lukt me met een vinger en vuurspuwende ogen te vertellen dat ik de rekening maar beter niet kan verscheuren (wanneer ik daarmee dreig). Ook al gaat het maar om iets kleins, ik laat me niet als een idiote toerist behandelen die overal wel haar handtekening onder zet. Dat vertel ik hem er ook nog even bij. Plus dat hij zijn vinger naar beneden moet doen en mensen als klanten moet behandelen en niet als gekken. Die rekening moet naar beneden worden aangepast anders betaal ik hem niet. Uiteindelijk verscheuren ze zelf de rekening en lopen boos weg. Waarna Kris en ik eigenlijk nog maar één ding willen en dat is zo snel mogelijk vertrekken naar een andere locatie.

Sowieso is de bediening hier in Maleisië echt belabberd. Je krijgt continu het gevoel hier dat locals je liever zien gaan dan komen. En dat je blij mag zijn dat je iets te eten mag bestellen. Service kennen ze hier vooralsnog niet, over het algemeen krijg je een blik die zo leeg is dat het bijna doorschijnend is. Alsof ze je niet eens zien staan, ook al lach je hen vriendelijk tegemoet of stel je een totaal normale vraag. Een meter extra lopen is hen echt teveel - laat staan dat ze iets op je kamer komen bezorgen wanneer je het binnen bestelt. In dat geval mag je gewoon tien minuten blijven wachten, geen probleem. Eigenlijk geldt dit hier in Maleisië in general - zo is i.i.g. onze ervaring. We hebben in de afgelopen twee weken nog geen plek meegemaakt waar je echt het gevoel had enorm welkom te zijn. Een extra gast betekent extra werk en extra schoonmaken en daar hebben ze helemaal geen zin in. Hoe anders dan in Bali, Thailand, Laos of Cambodja, waar de lieve dametjes bijna overmatig lief en servicegericht zijn en je je soms bijna schuldig voelt voor wat ze allemaal voor je willen doen. Dat zal hen ongetwijfeld aangeleerd zijn (de klant is koning, dat idee), maar ook zit het bij hen in de genen. Wie heeft er ooit een discussie gehad met een Balinese dame - laat staan een ruzie? Ik in ieder geval niet.

Een ander groot verschil met Bali en Thailand: hier zijn het met name mannen die de boel runnen en die de klanten bedienen, vrouwen zien we maar weinig (behalve in Penarik, waar de service ook gelijk veel beter was). Wellicht een typisch islamitisch fenomeen? We kijken er in ieder geval echt naar uit om naar landen te gaan waar dit niet geldt en de mensen zin hebben om je te bedienen. Hopelijk is dat op de Gili Eilanden al het geval (waar we over twee weken naartoe gaan), met een beetje pech moeten we nog wachten tot Thailand - waar we pas over een maand zitten. Voor nu willen we in ieder geval onze spullen pakken, afrekenen en verkassen. Bij dat tweede probeert het hotel (dezelfde man die net nog met zijn vinger stond te zwaaien) ook nog 175 RM (zo’n 50 EUR) te charge voor een boot die we nooit genomen hebben. Je moet hier echt op je hoede zijn, anders wordt je echt aan alle kanten besodemietert. Bah, ik vind dit eiland nu echt niet leuk meer. Stom hoe ‘em dat in dit soort dingen kan zitten.

Jammer genoeg is het net begonnen met regenen én hebben we afgesproken dat Evi en Zev nog even met elkaar kunnen spelen. Dus moeten we het hier nog een paar uurtjes volhouden. Dat lukt gelukkig prima. We zeggen vervolgens gedag tegen Evi en onze huis-eekhoorn, die al vanaf de eerste dag bij ons huisje lijkt rond te scharrelen (‘Daaaag lief huisdier!’). Wanneer we uiteindelijk in het bootje zitten naar het kleine eiland, circa 1 kilometer varen van het grote eiland, voelt dat als een verademing. Onze nieuwe casa is ongeveer het tegenovergestelde van het vorige: op een soort onbewoond stukje strand, een paar hutjes en verder niets. Iets primitiever ook, zonder airco, heet water of (lelijke) meubelen. Maar tegelijkertijd vele malen leuker. Met een houten plateau dat weer uitkijkt over de zee, een tafeltje en een hangmat erop, tussen de bloemen en met de jungle om ons heen is het precies wat we nodig hebben. Sommige dingen zijn er hetzelfde, zoals de totaal ongeïnteresseerde bediening van de Maleisische jongens, de menukaart waarvan meer dan de helft niet verkrijgbaar is, de gammele badkamertjes en de Franse slag waarmee hier over het algemeen wordt schoongemaakt. Maar dat is niet zo belangrijk voor nu. We zijn op een verder meer dan fijne plek. Hoeveel leuker vind ik nu alweer het kleine Perhentian eiland dan het grote…

Nadat we van een leuk naar een perfect huisje verkast zijn (omdat de eerste geen slot had - toch geen fijn idee uiteindelijk), voelen we ons binnen een minuut weer thuis. Hier kunnen we duidelijk weer een paar dagen in de chill, for sure. Zev is Evi alweer bijna vergeten, gelukkig. Ongelooflijk hoe flex Zev toch met dit soort verplaatsingen omgaat. Overal vindt hij het super, alles waar wij blij van worden vindt hij wel een reden om er ook blij mee te zijn. Dit keer is dat ’t feit dat hij in ons nieuwe huisje een eigen tweepersoonsmatras gekregen heeft, inclusief klamboe - waarmee hij natuurlijk echt zijn eigen hutje kan maken. Iedereen happy, fijn. Omdat de gastjes in de keuken er niet echt uitzien alsof ze zin hebben om lunch te maken, besluiten we het wandelpad te nemen naar een ander strandje, op twintig minuten lopen. Voordat we gaan, zien we nog snel (op aanraden van Julien, een Franse dreadlocker die hier een paar maanden werkt in ruil voor een dak boven zijn hoofd en wat eten, super aardige gast) een kameleon en een gifgroene dunne slang in een boom zitten. Grappig genoeg heb ik negentien jaar geleden hetzelfde type slang op mijn arm gehad - blijkbaar zijn er hier genoeg van. Prachtig beest en gelukkig niet giftig. Zev kan niet wachten tot hij hem zelf mag vasthouden - en zich daarmee een echte dierenonderzoeker voelt, net als zijn grote voorbeeld Diego. Heerlijk dit soort plekken waar de jungle vol met wildlife in je achtertuin blijkt te zitten… Ik krijg bijna flashbacks naar Costa Rica, waar dat ook zo vaak het geval was.

De wandeling naar het andere strand, door een mooi stukje jungle, is net zo leuk. Overal vlinders in alle kleuren, mooie bloemen, ontelbare hagedissen en veranen, gekko’s en slakkenhuizen zo groot als theeschoteltjes (en slakken van dezelfde omvang), eekhoorntjes en andere kleine dieren die je hier overal ziet en thuis vrijwel nooit. Zeg maar Go Diego Go, maar dan in het echt. Bij de eerste aap die Zev ziet, is zijn reactie: ‘He wat gek! Apen horen toch in de dierentuin en niet hier!’ We hebben hem vervolgens uitgelegd dat het eigenlijk andersom is. Twisted reality… Waarschijnlijk kunnen we nooit meer naar Artis toe zonder dat Zev snapt dat die dieren eigenlijk daar helemaal niet horen.

Op het strandje waar we na 25 minuten lopen uitkomen is vrijwel niemand te bekennen. Alles lijkt uitgestorven, op een heel klein, charmant barretje na dat verscholen zit tussen de bamboe en natuurlijke tierelantijnen. Gelukkig kunnen we er wat eten - en goed ook. Ik besluit me maar gewoon over te geven aan de fried noodles - en vindt ze uiteindelijk best lekker. It’s all in the mind…

Bij thuiskomst zien we naast ons huisje een otter rondlopen. Super mooi beest, met een glanzend bruine vacht en vol energie. Wat heel leuk is. Tot hij op Zev afrent, tegen hem opspringt en probeert te krabben en bijten. Gelukkig heeft het beest geen tanden en heeft Zev uiteindelijk maar een half krasje op zijn been. Maar de lol is er voor hem een beetje af - en voor ons ook. Super sneu. De rest van de middag chillen we in ons huisje, dat we helemaal open kunnen zetten zodat het een groot balkon is. Ik doe lekker in de zon de was, samen met Zev (die dolgraag mee helpt), een enigszins ranzige emmer en wat Vanish Oxy Action (mijn grote roze vriend) - en ben vervolgens een half uur bezig om alles op te hangen zonder dat het weg kan waaien. Of het ook echt schoon is, is ondanks al mijn efforts nog even de vraag; aan het wasgoed te ruiken valt dat tegen.Tja, what can I say. I’m a lousy house wife…

De rest van de middag doe ik helemaal niets meer. Tijdschriftje lezen en muziekje luisteren, that’s all. Zev vermaakt zich urenlang met een paar speelgoed vliegtuigjes en de emmer water. En hangt vervolgens aan Kris’ lippen als die hem het alfabet leert en een spelletjesboekje met hem doorwerkt. Hij is zo leergierig met letters en cijfers; hij kan niet wachten tot hij kan lezen en schrijven. ’s Avonds bij het eten en daarna met naar bed gaan moet dan ook ‘zijn boek’ mee, want hij ‘wil nog een beetje lezen’. Of dat nou is omdat wij graag lezen en hij wil zijn zoals ons, of dat hij gewoon zelf heel graag wil lezen weet ik niet - een combinatie van beiden waarschijnlijk.
Na een simpel etentje met omelet en toast (twee keer noodles of rijst op een dag is wat veel van het goede), komen we terug op onze donkere kamer. En schrikken ons dood wanneer daar een vleermuis zich verschanst blijkt te hebben - die natuurlijk naar buiten wil en zich een baan daaraantoe vecht. En daarbij tot twee keer toe bijna tegen Kris aanvliegt. Doodeng, want vleermuizen hebben heel vaak rabiës. En sinds ons bezoek aan de vaccinatiedienst, even voor onze reis, weet ik helaas dat dat dodelijk kan zijn mits je niet heel snel de juiste injecties krijgt (die niet in elk ziekenhuis verkrijgbaar zijn). Wanneer de vleermuis eindelijk buiten is en de rust teruggekeerd is, leg ik Zev op bed en kijken Kris en ik daarna een serie. Om 22 uur lig ik echter al voor pampus - het lijkt wel alsof ik elke dag vroeger moe ben. Een minuut later slaap ik… Jammer, want dit zijn juist die hele fijne uren met me-time!!

Voordeel is wel dat ik elke morgen wakker ben wanneer de zon op komt. En dus ook wanneer Zev wakker is. Hoe anders dan in Nederland, wanneer ik (zeker in de herfst en winter) vaak nog totaal niet uitgeslapen ben wanneer de wekker gaat en/of Zev springend op ons bed staat… Wakker worden hier op Perhentian Kecil betekent wakker worden met de golven op de achtergrond, de schuifdeuren die open staan, de zon die opkomt, krabbetjes die overal op het strand rondrennen en weer in hun holletje kruipen. Te gek. Vanaf ons balkon kunnen we het leven van de krabben gade slaan. Komen we beneden, dan zitten ze bijna allemaal al verscholen in hun holletje. De otter komt ons weer gedag zeggen. We vinden het inmiddels toch een beetje een eng beest en hebben liever dat hij even wegblijft.

Na het ontbijt ga ik met Zev uitproberen of hij snorkelen leuk zou kunnen vinden. Ze hebben hier een snorkelsetje die past en Zev kan niet wachten tot die op mag. Het kwartier erna loopt hij op het droge met zijn onderwaterbril op en zijn snorkel in zijn mond. Het principe van ademen door je mond, een neus die afgesloten is van lucht en een veel te strak zittende bril op je hoofd vindt hij dus geen probleem - een goed uitgangspunt om te kunnen snorkelen. Eenmaal in het water vindt hij het onder water gaan met zijn hoofd nog wel een beetje tricky. Maar hij doet het wel, de held. En roept daarna heel blij dat hij alles kan zien onder water. Het leukst vindt hij echter om net boven het water naar beneden te kijken. Blijkbaar is dat onderwater gaan met zijn hoofd toch een beetje eng - nogal begrijpelijk voor een jochie van drie. Komende weken maar eens kijken of hij het nog leuker gaat vinden.

Eenmaal uit gesnorkeld, ga ik samen met Zev op pad naar een strand aan de andere kant van het eiland. Kris blijft alleen thuis - geen straf wanneer je altijd met zijn drieën bent. Net als gisteren is de wandeling door de jungle een hele leuke, vol met bloemen, zwammen, vlinders en (zoals altijd hier in Maleisië) veranen en leguanen. De tocht alleen al is een avontuur. Eenmaal bij het andere strand, een half uur lopen verder, zien we al snel een paar kindjes spelen in de branding. Uiteraard wil Zev meedoen. Eén van de jongens vindt een zeekomkommer, een beest dat (zoals zijn naam doet vermoeden) lijkt op een komkommer, maar dan in glibberige en slappe toestand. Eigenlijk een komkommer maar dan een paar weken over datum dus. Het ziet er totaal niet uit als een levend wezen wanneer hij aanspoelt, maar toevallig heeft de moeder van de kindjes, een Amerikaanse vrouw die in Luang Prabang (Laos) woont, net gelezen over de zeekomkommer - en herkent hem daarom als zodanig. We houden het beest allemaal even vast voordat we hem weer teruggooien in zee. Daar lijkt het alsof zijn organen naar buiten komen: een hele kledder darmen en nog wat vieze rode derrie hangen als een soort stoma aan de zeekomkommer vast. Dat blijkt een soort overlevingsmechanisme van de zeekomkommer te zijn: zodra hij onraad ruikt gooit hij het hele zwikje organen uit zijn buik - om ze daarna, wanneer het gevaar geweken is, weer naar binnen te trekken. Bizar gezicht - en niet echt smakelijk. Maar misschien wel effectief: geen haar aan mijn hoofd die eraan denkt om die zeekomkommer aan te raken of te benaderen wanneer zijn darmen naast hem drijven.

Even later heeft een van de kindjes een grote kwal in zijn handen - alsof het een soort frisbee is die hij elk moment kan gaan gooien. Blijkbaar steken de kwallen hier niet, in tegenstelling tot die in Nederland. Fijn idee, want er zijn er nogal wat en ik probeer ze tot nu toe elke keer angstvallig te ontwijken (wat soms lastig is als ze in bosjes op het strand bij elkaar liggen). Dat angstvallige ontwijken hoeft dus blijkbaar niet - al blijft het idee dat je met je blote voeten in zo’n glibberige kwal staat geen aantrekkelijke gedachte.

Omdat ik helaas geld vergeten ben mee te nemen, zit er daarna niets anders op dan weer terug te lopen naar ons huisje op het andere strand. Ook al Zev vindt het laatste stuk niet meer zo top (niet zo gek na bijna een uur lopen), hij miemelt geen seconde. Hij klimt over zoutzakken en hele bendes lege jerrycans en stoort zich meer aan de rotzooi dan aan de hindernissen an sich (‘Wat een bende hier, mama! Dat kan toch echt niet!’). En stapt monter alle trappen op, ontwijkt bomen, klimt over boomstammen en gaat onder takken door. Stoere vent. Bijna thuis lopen we tegen Kris aan, die net wilde komen kijken waar we bleven. Timing.

De rest van de middag besteden we aan lunchen, snorkelen, memorie spelen en kwartetten. Kris leert Zev weer een paar letters van het alfabet. Hij kan inmiddels zijn eigen naam schrijven en is zo in de ban van de letters dat hij het liefst de hele dag onderwezen wordt. Dan is het alweer 19 uur - en gaat zoals elke dag hier de elektriciteit aan en de keuken open. Grappig hoe snel je eraan went dat je op bepaalde tijden geen elektriciteit hebt (namelijk tussen 8 en 12 uur en tussen 15 en 19 uur) - waarschijnlijk uit kostenbesparing omdat alles hier met generatoren wordt aangedreven. Dure elektriciteit dus.

Aangezien er ook vandaag geen delivery is geweest van etenswaren, is er elke dag iets minder verkrijgbaar. Wat de keuze wel weer makkelijker maakt. Poeh, blij als we straks een keer een wijntje kunnen bestellen of een goede cappuccino met een amaretto (en een lekker koekje of chocolaatje erbij)… Na bijna twee weken zonder alcohol en chocolade of koek is het tijd! Tijdens het eten kijkt Kris nog een keer op de app van buitenlandse zaken. En merkt opeens lukraak op dat de plekken waar we naartoe gaan in Sabah nog steeds in het gebied liggen waarvoor geldt dat alleen de meest noodzakelijke reizen gemaakt moeten worden.

O my God, nee he! Waarom hebben we (lees: heeft Kris) dit dan niet eerder gezegd! Omdat ik zelf altijd uit ben gegaan van de Australische website, waarin duidelijk is benoemd dat de coastal region gevaarlijk gebied is (maar zonder plaatje erbij), heb ik altijd in mijn hoofd gehad dat we gewoon niet naar de kust moeten. Dat het begrip coastal region niet alleen de stranden betreft, maar ook een heel groot gebied daaromheen wist ik niet. Onder ‘dat grote gebied eromheen’ valt ook Sepilok (waar we drie dagen in een oerang oetang reservaat zitten) en Kinabantang (waar we drie dagen in een soort hutje aan de rivier slapen en elke dag in een bootje bij zonsopkomst en zonsondergang de rivier opgaan om wildlife te spotten). GVD. Met hoofdletters.

Nu we dit eenmaal weten, voelen we ons er namelijk niet happy meer bij dat we er naartoe gaan. We hebben niet voor niets onze trip naar de eilanden rondom Semporna met heel veel moeite geannuleerd. We willen het risico gewoon niet lopen dat we ontvoerd worden. (of erger nog: een van ons. Of dat Zev als kindsoldaat meegenomen wordt of Kris onthoofd wordt. Extreem lugubere gedachten, die helaas wel realiteit zijn these days. En dus moeten we dus toch (ook voor dit gebied) onze planning omgooien. Maar we zitten daar al over drie dagen! Geen idee of we dingen nog kúnnen annuleren. En wat we dan daarvoor in de plaats moeten gaan doen. Ik voel me opeens niet lekker meer en wil nog maar één ding doen: op internet alles annuleren en zo snel mogelijk zorgen voor een vervangend plan.

Jammer genoeg wordt onze trip naar Borneo op deze manier wel echt uitgehold. Dé dingen waarvoor we naar Borneo wilden (oerang oetangs, jungle en die prachtige eilanden bij Semporna) zijn nu allemaal No Go areas. Wat haat ik die IS beweging intens… En wat komt het onwijs slecht uit dat we net nu medestrijders zijn geworden in de oorlog tegen IS (waar ik an sich uiteraard totaal voorstander van ben - niets doen tegen dit soort idioten is ook geen optie). Daardoor voelt het gewoon echt als een te grote bedreiging om in risicovol gebied rond te lopen. We worden er gewoon als eerste uitgepikt - en weten door de ervaring uit het verleden waar die gasten toe in staat zijn. Zeker nu Abu Shajaf, de groepering in de Filippijnen die de ontvoeringen uitvoert, het IS kalifaat en diens leider officieel heeft erkent. Ook al zijn er tot nu toe nog geen ontvoeringen geweest in Sepilok en Kinabantang, dat wil niet zeggen dat dat niet gaat gebeuren. Sepilok is de meest toeristische trekpleister van Borneo, Kinabantang is waarschijnlijk een risico omdat het aan een rivier ligt - en mensen je dus via boten kunnen benaderen (en daar waarschijnlijk totaal geen bewaking plaatsvindt). Zul je zien dat als je net in je bootje zit, er een ander bootje komt aanvaren met dit soort gasten erin…

OK, change of plan dus maar weer. En dus loop ik in een bijzonder slecht humeur terug naar onze kamer. Met een internet dat zo traag is dat je tussen elke paginawisseling een beschuitje kunt eten, heb ik namelijk nogal wat te doen vanavond. Maar goed, first things first: eerst maar eens ons hutje inkomen zonder gekke beesten tegen te komen. Elke keer is het namelijk de vraag wat er in ons huisje zit wanneer we terugkomen van het eten. De ene keer een vleermuis, de andere keer een otter. Dit keer is het een enorme gekko die zich verschanst heeft op de muur. Groen met grote vlekken op zijn huid, die verkleuren wanneer we met een (hoofd)zaklamp op hem schijnen Super mooi beest. Grappig genoeg heb ik een tijdje terug voor deze reis hoofdlampjes gekocht; met name bedoeld voor die nachten in de jungle in Borneo. Maar nu die geannuleerd worden, zijn ze nog steeds super praktisch voor andere zaken. En vindt Zev dat ding natuurlijk meer dan prachtig om op zijn hoofd te hebben - zeker wanneer het donker is en we de weg moeten zien te vinden naar ons hutje of een dier moeten bekijken in onze kamer. Zo is hij dierenonderzoeker in full swing - net als Diego. Super sweet.

De rest van de avond probeer ik via internet dingen te annuleren, opzoeken en boeken. Dat gaat echter voor geen meter, omdat het internet er negen van de tien seconden uitligt. En je dus precies op het goede moment moet klikken om naar een nieuwe pagina te kunnen komen. Super frustrerend, zeker omdat ik heel wat dingen moet doen. Zo gaan we bijvoorbeeld een auto huren, nu we toch wat meer zullen rondrijden i.p.v. op de rivier of eilanden zitten - dan zijn we i.i.g. flexibel in ons vervoer. En moet ik dus ons hotel in Sepilokl annuleren, net als de riviertrip van drie dagen. Om daarna vervangende dingen te gaan opzoeken op Tripadvisor en Lonely Planet - en die daarna te boeken of informatie op te vragen. Niets van dat alles lukt. Ook niet wanneer ik naast de router in de receptie ga zitten - en daar ongeveer lek geprikt wordt door dertig muggen die zich tegelijkertijd op mij storten in het felle licht. Toch maar weer terug naar onze kamer; dan kan ik in ieder geval onder een klamboe op bed gaan zitten. Wederom geen succes. En dus zet ik totaal gefrustreerd om half twaalf mijn MacBook uit. En zet ik mijn wekker voor 6 uur. Dikke kans dat er dan minder mensen op het internet proberen te komen en de lijn dan beter is. Grrrrrr… En wat hebben we het dan eigenlijk goed in Nederland met onze UPC en breedband internet - waar Kris en ik thuis zo vaak op lopen te foeteren als de snelheid niet is wat we hebben afgesproken… Je zult dit maar elke dag hebben!

Wanneer om 6 uur mijn wekker gaat ,ben ik eigenlijk al wakker. Maar het is nog pikkedonker en voelt alsof het nog midden in de nacht is. Op de tast weet ik de wc te vinden om te plassen. En ga onbedoeld op een bril zitten die op dat moment bewoond is door 20.000 mieren. Waar ik pas achter kom als ik opsta en allerlei gekriebel aan mijn benen voel. Neeeeeeee. Brrrrrrrrr….. Gelukkig is het internet zoals verwacht een stuk beter dan gisteravond. Dat wil zeggen: in de helft van de tijd doet het internet het en laadt hij de gevraagde pagina. In de andere helft van de gevallen dus niet (waardoor annuleringen en reserveringen elke keer afgekapt worden), maar kniesoor die daarop let. Het voelt überhaupt als een overwinning dat ik iets gedaan krijg. De boeking van Sepilok kan ik juist tot vandaag annuleren - net op tijd. De riviertrip krijg ik niet gecancelled omdat ik na honderd keer inloggen bij Hostelworld erachter kom dat die daar niet gefield is - en ik niet weet waar dan wel. Dan maar een annuleringsmail sturen…Ik reserveer een auto en een hotelletje op een klein eilandje, net als een resort op een ander eiland. Daarnaast regel ik dat we alsnog oerang oetangs kunnen gaan kijken, alleen dan op een andere plek dan Sepilok. Een kleiner reservaat maar schijnbaar dezelfde soort ervaring - volgens de Lonely Planet. Uiteindelijk lukt het me om voor acht uur ’s ochtends, wanneer de elektriciteit uitgaat en dus ook het internet, alles te boeken wat nodig is, zodat we in ieder geval een plan hebben voor de komende week. En dat geeft rust.

Tijd voor ontbijt. Waarna we nog een paar uur over hebben voordat we om 12 uur met een speedbootje worden opgepikt op ons strand om naar Kuala Besut te brengen. Een paar relaxte uurtjes waarin we kwartetten, lezen en allemaal iets voor onszelf doen. Prima ook om weer naar een ander paradijsje te vertrekken; het is hier echt een beetje aflopende zaak. We zijn inmiddels de enige gasten - en waarschijnlijk ook hier de laatsten. Dat voelt goed, maar na een paar dagen op dit vrijwel onbewoonde strand hebben we ook allebei wel zin om weer naar een andere plek te gaan waar wel wat andere mensen zitten. Maar dan liefst weer niet té toeristisch, zoals hiervoor. Ik was eigenlijk vooraf een beetje bang dat we ons met al die boekingen van twee nachten (en drie dagen) te vaak zouden moeten verplaatsen. Maar omdat dat verplaatsen over het algemeen behoorlijk relaxt verloopt (met een boot en hooguit nog een taxi erachteraan) is het eigenlijk prima te doen - en hebben we eigenlijk elke keer wel weer zin in een volgend avontuur.

Dat nieuwe avontuur ligt op 18 kilometer ten noorden van Kuala Besut, op weg naar de airport van Kota Bharu vanwaar we morgenmiddag naar Borneo vliegen. Villa Danialla heet het en alhoewel het er in real life anders uit ziet dan ik had bedacht online, is het wel helemaal prima. Met een prachtige infinity pool aan het strand en een relaxte kamer in een beetje koloniaal wit gebouw, met een badkamer als een balzaal (fijne afwisseling na onze primitieve badkamer van afgelopen dagen) mogen we niet klagen. Dat doen we dus ook niet. Het hotel blijkt ook nog eens heel lekker eten te hebben - ook een fijne afwisseling na alle toast met omelet en noodle soup van afgelopen dagen…De luxe van een schone (bad)kamer zonder zand en mieren, lekker eten, airco en een zwembad voelt heel goed, juist omdat we die de afgelopen dagen niet hadden. Ook Zev is weer blij: dit keer heeft hij twee eenpersoonsbedden om uit te kiezen qua slapen. Als een kind zo blij is hij daarmee.

Nadat we ons blij gedoucht én gegeten hebben (aan verse vis met salade en Tom Yom Khai) met uitzicht op bijna Noordzee-achtige golven, trekken we onze zwembroek aan en vertrekken richting het zwembad. Waar Zev natuurlijk weer wil laten zien hoe goed hij al kan zwemmen - en dat ook echt kan. Hij zwemt met de band om zijn middel inmiddels ook op zijn rug en kan blijven drijven op zijn rug, watertrappelen, rondjes draaien in het water en iets wat op een kruising tussen een hondjeszwem en de schoolslag lijkt. Super knap. Maar met name heel bijzonder dat hij het zo intens leuk vindt om het te doen. Op elke foto die ik van hem maak, heeft hij een big smile op zijn gezicht - ook al ziet het er soms uit alsof hij bijna kopje onder gaat. Hij wil maar doorgaan en geeft niet op. Typisch een kind van zijn moeder ;). Gelukkig heeft Kris net zoveel plezier met het hem leren. Het ziet er bovendien uit alsof hij zijn lichaam beter onder controle heeft dan de eerste keer in het zwembad van Penarik. Met een beetje mazzel zwemt Zev aan het einde van deze drie maanden - i.i.g. met die band om zijn middel moet dat lukken. Als we het in januari voor elkaar hebben dat hij in ieder geval niet zomaar verdrinkt in een zwembad of (beter nog) bij ons voor de deur in het IJ zonder iets van drijfmiddelen om, dan zou dat fantastisch zijn. Geen idee of dat haalbaar is. We gaan het zien. Vooral belangrijk dat hij het zo leuk blijft vinden als dat hij het nu doet.

Omdat dit hotel veel Russische gasten heeft, is er een ook een banja gebouwt - een sauna waarin (zoals het een Russische banja betaamd) takken liggen om je mee op je rug te slaan in of na de saunagang. En een goede sauna ook. Zijn die Russen toch nog ergens goed voor. Zelfs Zev komt kijken wat hij van de sauna vindt. Hij hoort ons regelmatig zeggen dat een van ons naar de sauna gaat, maar wist tot vandaag eigenlijk niet wat dat nou was. Nu wel. En hij blijkt het nog lekker te vinden ook. Geen idee dat dat normaal is voor een kind van drie??? Of misschien was hij gewoon echt heel koud van al het zwemmen ervoor. Naast deze primeur heeft Zev nog een tweede ding dat hij voor de eerste keer doet, namelijk paardrijden. De eigenaresse van ons hotel, een leuke dame (zonder hoofddoek for a change, uniek in dit deel van Maleisie so far) heeft zelf acht paarden en heeft afgesproken om met drie daarvan te gaan trainen. Op een daarvan mag Zev rondlopen over het strand. En dat vindt hij helemaal fantastisch. Geen angst, ook niet wanneer hij eenmaal op het paardje zit - terwijl dat best hoog is voor zo’n ventje van drie turven hoog. Hij pakt zelf de teugels alsof hij dat al honderd keer eerder gedaan heeft, loopt parmantig rondjes over het strand met een ingenomen lachje en is na afloop bijna teleurgesteld dat de trainer zijn paard de hele tijd vast hield en hij dus niet los mocht lopen. Tsssssss…. Praatjesmaker. Als hij die avond in bed ligt en ik vraag waarover hij wil dromen hoeft hij niet na te denken. Zijn paardje, daarover wil hij dromen. Zoet.

  • 17 Oktober 2014 - 11:00

    Andrea:

    Wat heerlijk om te horen dat jullie het zo fijn hebben! Ik zou graag even met je willen ruilen qua eten hoor ;) De foto's op FB zijn ook fantastisch.. Prachtige plekken zeg.. Nu heb ik nog meer een beeld bij je verhaal. Super knap van Zev dat ie al bijna kan zwemmen, ben trots op hem! En het lezen en schrijven: wat leuk! Prachtig om te horen hoe hij alle avonturen met beiden handen aanpakt. Dit is wel echt een ervaring die hem zoveel nieuwe ontdekkingen biedt. Geniet ervan met zijn drietjes en hoop dat het komende gedeelte van jullie reis zowel mooi als veilig is! XXX en een heel dikke knuffel voor Zev!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Karin

Actief sinds 27 Sept. 2014
Verslag gelezen: 233
Totaal aantal bezoekers 34681

Voorgaande reizen:

21 December 2014 - 02 December 2015

2014: Dominicaanse Republiek

07 December 2014 - 21 December 2014

2014: Cuba

14 November 2014 - 05 December 2014

2014: Thailand

30 Oktober 2014 - 14 November 2014

2014: Bali - Gili Eilanden - Lombok

01 Oktober 2014 - 30 Oktober 2014

2014: Maleisie - Borneo - Brunei

10 Mei 2014 - 20 Mei 2014

2014: Santorini

17 Januari 2014 - 30 Januari 2014

2014: Tenerife

27 Juli 2013 - 31 Juli 2013

2013: Ibiza

01 Mei 2013 - 31 Mei 2013

2013: Kroatie - Bosnie - Servie - Tsjechie

01 Mei 2013 - 31 Mei 2013

2013: Polen - Slowakije - Hongarije

01 Mei 2013 - 31 Mei 2013

2013: Macedonie - Albanie - Montenegro

01 Mei 2013 - 31 Mei 2013

2013: Roemenie - Bulgarije

18 September 2012 - 22 September 2012

2012: Ibiza

01 Augustus 2012 - 31 Augustus 2012

2012: IJsland - Verenigde Staten - Canada

05 Januari 2012 - 07 Januari 2012

2011: Luxemburg

04 November 2011 - 27 November 2011

2011: Japan - China - Bali

10 September 2010 - 10 Oktober 2010

2010: Corsica - Sardinie - Malta - Sicilie

22 Januari 2010 - 22 Februari 2010

2010: Sri Lanka - India - Sumatra - Maleisie

09 Oktober 2009 - 25 Oktober 2009

2009: Portugal

03 September 2009 - 06 September 2009

2009: Denemarken

14 Augustus 2009 - 24 Augustus 2009

2009: Kroatie

03 Mei 2009 - 25 Mei 2009

2009: Zuid Afrika - Namibie - Botswana

01 Januari 2009 - 01 Mei 2009

2009: Duitsland

14 Maart 2009 - 19 Maart 2009

2009: Spanje

26 December 2008 - 05 Januari 2009

2008: Marokko

01 September 2008 - 12 September 2008

2008: Belgie

10 Januari 2008 - 10 Mei 2008

2008: Suriname

10 Januari 2008 - 10 Mei 2008

2008: Colombia - Ecuador - Peru - Chili

10 Januari 2008 - 10 Mei 2008

2008: Trinidad - Tobago - Venezuela

10 Januari 2008 - 10 Mei 2008

2008: Argentinie

01 Juni 2007 - 12 Juni 2007

2007: Israel - Egypte - Jordanie

01 Oktober 2006 - 30 November 2006

2006: Argentinie

01 Oktober 2006 - 30 November 2006

2006: Brazilie - Uruguay - Paraguay

28 Juli 2006 - 13 Augustus 2006

2006: Finland - Estland - Rusland

20 Juli 2006 - 21 Juli 2006

2006: Berlijn

15 Juni 2006 - 25 Juni 2006

2006: Ibiza

17 Februari 2006 - 20 Februari 2006

2006: Frankrijk

02 Januari 2006 - 20 Januari 2006

2006: Gambia - Senegal

20 September 2005 - 23 September 2005

2005: Berlijn

04 Januari 2005 - 04 April 2005

2005: Oman - India - Bangladesh - Bhutan - Dubai

01 September 2004 - 29 December 2004

2004: USA - Mexico - Guatamala

01 September 2004 - 29 December 2004

2004: Belize - Honduras - Nicaragua - Costa Rica

01 September 2004 - 29 December 2004

2004: Panama - El Salvador - Guatamala

01 Oktober 2003 - 06 Oktober 2003

2003: Spanje

01 September 2003 - 01 Oktober 2003

2003: Thailand - Laos - Cambodja

01 Mei 2003 - 12 Mei 2003

2003: Ierland

01 September 2002 - 01 Oktober 2002

2002: Zwitserland - Italie - Frankrijk - Monaco

01 December 2001 - 02 Januari 2002

2001: Australie - Indonesie

01 Juli 2001 - 10 Juli 2001

2001: Tunesie

01 Februari 2001 - 28 Februari 2001

2001: Vietnam - Hong Kong

01 Oktober 2000 - 04 Oktober 2000

2000: Tsjechie

01 Juli 2000 - 21 Juli 2000

2000: Spanje

01 Oktober 1999 - 12 Oktober 1999

1999: Verenigde Staten

01 Oktober 1999 - 04 Oktober 1999

1999: Belgie

01 Juli 1999 - 28 Juli 1999

1999: Peru - Bolivia

01 Juli 1999 - 14 Juli 1999

1999: Frankrijk

01 Oktober 1998 - 10 Oktober 1998

1998: Spanje

01 Juli 1998 - 28 Juli 1998

1998: Israel - Egypte

01 Oktober 1997 - 10 Oktober 1997

1997: Wales

01 Oktober 1997 - 04 Oktober 1997

1997: Londen

01 Juli 1997 - 28 Juli 1997

1997: Italie - Griekenland - Turkije

01 December 1996 - 10 December 1996

1996: Bonaire

28 Augustus 1996 - 28 September 1996

1996: Maleisie

28 Juli 1996 - 28 Augustus 1996

1996: Nieuw Zeeland

28 April 1996 - 28 Juli 1996

1996: Australie

20 December 1995 - 04 Januari 1996

1995: Schotland

01 Juli 1995 - 01 Juli 1995

1995: Verenigde Staten

20 Juli 1986 - 05 Augustus 1986

1986: Noorwegen

01 Juli 1985 - 21 Juli 1985

1985: Zweden

Landen bezocht: